African Safari Airways

Een belangrijke inkomstenbron voor Globe Air waren de toeristen vluchten naar Afrika. Karl Rudin, als oprichter van Globe Air en het opzetten van het toeristen netwerk in Afrika, wist dit. Direct na het faillissement van Globe Air in oktober 1967, zocht Rudin contact met de vermogende zakenman R.Staechelin en samen richten zij in oktober 1967 op de African Tourist Development Company. Met zijn geld werden hotels in Kenya aangekocht en werd snel een nieuwe luchtvaartmaatschappij opgericht om de toeristen naar deze hotels te kunnen vervoeren. De naam van de nieuwe maatschappij werd African Safari Airways.

5X-UVH B.175 Britannia African Safari Airways tijdens een van zijn eerste bezoeken aan de luchthaven.        (David Booster, 22 mei 1969, Rotterdam)

Globe Air Bristol B-175 Britannia HB-ITC (c/n 13431) stond sinds het faillissement van de maatschappij geparkeerd op Luton en deze B-175 Britannia series 313 werd aangekocht om het vliegbedrijf te starten. Het toestel kreeg een onderhoudsbeurt op Luton en werd hierbij van een nieuw kleurenschema voorzien, een zwarte band over de romp met een zebra staart waarbij het toestel werd ingeschreven in het luchtvaart register van Uganda als 5X-UVH. Op 26 december 1967 werd het toestel aan African Safari Airways afgeleverd en enkele dagen daarna, op 31 december 1967, werd de eerste toeristen vlucht uitgevoerd vanaf Zurich naar Nairobi en Mombassa. Gestart werd met een tweewekelijkse vlucht London-Gatwick - Zurich naar Entebbe, Mombassa en Nairobi met een tankstop op Benghazi /Benina. Tussen deze vluchten door stond het toestel geparkeerd op London - Stansted en was daarbij beschikbaar voor charterwerk. Dit schema liep het gehele jaar 1968 door. Vanuit Kenya werd steeds meer vracht aangeboden en de Britannia werd tussendoor steeds meer ingezet voor het halen van vracht, vooral tropische vruchten en groenten in de wintertijd bestemd voor de supermarkten in Engeland.   

Vanaf 1969 werd in het zomerseizoen een wekelijkse vlucht ingevoerd en om eveneens aan de vraag voor charterwerk te kunnen voldoen werd de vloot met een tweede Bristol B-175 Britannia uitgebreid. Aangekocht werd de G-ATGD van Transglobe (c/n 13393). Deze Britannia series 314 stond, na het faillssement van Transglobe, al negen maanden geparkeerd op Manston. Het toestel werd overgevlogen naar Luton waar de B-175 Britannia een revisiebeurt kreeg en daarbij werd voorzien van de African Safari zebra kleuren en werd met de registratie 5X-UVT op 17 september 1969 afgeleverd. Met twee Bristol Britannia's in dienst werden de chartervluchten sterk uitgebreid en veel charters werden gemaakt richting Afrika met name naar Nigeria en Ghana. Ook werden de toeristenvluchten uitgebreid en vanaf november 1969 werd ook gevlogen vanaf Frankfurt. Door de onrust in Uganda (de start van Ida Amin als president) werd in april 1970 besloten de beide machines in te schrijven in het register van Kenya. Zo ontving de B-175 Britannia 5X-UVT op 24 april 1970 de nieuwe registratie 5Y-ALP en werd de 5X-UVH tijdens een onderhoudsbeurt op Biggin Hill op 24 mei 1970 voorzien van de registratie 5Y-ALT.    

De tweede Bristol Britannia voor African Safari Airways was de 5Y-ALP (ex 5X-UVT), dit toestel was maar eenmaal te zien op Rotterdam.                                                                                                                                  (archief Frank de Koster, Rotterdam 2 juni 1970)

In november 1970 was de B-175 Britannia 5Y-ALP aan een groot onderhoud toe. Echter op dat moment werden er twee B-175's van Caledonian Airways te koop aangeboden, goed onderhouden machines. Gekozen werd om niet een groot onderhoud aan de 5Y-ALP uit te voeren, maar een van de Caledonian Britannia's aan te kopen. Aangekocht werd de B-175 G-ATMA (c/n 13428) welke na een onderhouds en schilderbeurt, op 8 april 1971 in gebruik genomen werd als de 5Y-ANS. Het toestel werd hierbij voorzien van een zwarte band over de romp met African Safari Airways opschriften, echter zonder de kenmerkende zebrastaart. In afwachting van de aflevering van deze machine werd voor de duur van een maand (10/3 t/m 10/4/1971) de voormalige Caledonian B-175 G-ATNZ (c/n 13396) gehuurd van de nieuwe eigenaar IAS.  

De B-175 Britannia 5Y-ANS werd begin 1972 voorzien van African International opschriften en bleef maar een goed jaar in dienst en vertrok in mei 1972 naar IAS waarbij het toestel weer voorzien werd van zijn engelse registratie G-ATMA en voorzien werd van IAS Cargo Airlines opschriften. African Safari vloog nu alleen met de B-175 Britannia 5Y-ALT welk volledig op de toeristenvluchten werd ingezet. Uitgekeken werd na vervanging van de Bristol Britannia op deze vluchten en in april 1973 werd de Douglas DC-8 srs 33 PH-DCD van de KLM gehuurd. Deze werd voorzien van een breed zebra motief niet alleen aangebracht in de staart, maar nu ook op de gehele bovenkant van de romp. Met de komst van de DC-8 werden het aantal plaatsen van vertrek naar Oost-Afrika aangevuld. De vluchten naar Entebbe, Mombassa en Nairobi werden nu vanaf Zurich en London-Gatwick gevlogen in combinatie met vertrek vanaf Bazel, Frankfurt en Keulen, Het was een huurkoop constructie waarbij in november 1973 de eigendom van de DC-8 overging naar African Safari Airways waarbij het toestel werd ingeschreven als de 5Y-ASA.     

Op 22 mei 1975 werd de B-175 Britannia srs 313 5Y-ALT op Stansted uit dienst genomen. Als vervanger werd aangekocht de B-175 Britannia srs 307F (een toestel voorzien van vrachtdeur en laadvloer) G-ANCD (c/n 12920) van IAS. Het toestel werd voorzien van de registratie 5Y-AYR en met African Safari opschriften werd het toestel op 31 mei 1975 in gebruik genomen met een charter vanaf Luton naar Athene. De Douglas DC-8-33 werd nu ingezet op de passagiersvluchten, de Britannia op de vracht en om deze activiteiten verder uit te kunnen breiden, werd binnen een jaar nog een tweede Bristol Britannia aan de vloot toegevoegd. Vanaf 9 februari 1976 werd de vracht (srs 308F) Britannia G-ANCF gehuurd en voorzien van African Safari opschriften met de registratie 5Y-AZP. Dit voor net geen jaar, want op 14 januari 1977 keerde de kist naar zijn verhuurder en werd daarna direct in dienst genomen als de G-ANCF bij Invicta International. Begin 1978 werd besloten dat African Safari Airways zich niet langer zou richten op vrachtvervoer en alleen zich bezig te houden met de toeristenstroom richting Oost-Afrika en Egypte, De laatste B-175 Britannia in dienst werd daarbij eind mei 1978 verkocht aan All Cargo Airlines welke bleef vliegen onder de zelfde registratie op hetzelfde vrachtpakket.

5Y-BAS DC-8 srs 53 ex PH-DCN in de fraaie African Safari keuren                                                (Rob Jonker, Schiphol, 15 juni 1978)

In augustus 1976 werd de DC-8-53 PH-DCN (c/n 45629) van de KLM overgenomen welke werd ingeschreven als de 5Y-BAS. Met de komst van deze acht, werd de DC-8-33 5Y-ASA verkocht en vertrok in mei 1977 naar Trans Meridian Air Cargo (G-BETJ). Na acht jaar dienst werd ook dit toestel vervangen door de grotere, voor 259 passagiers, uitgeruste DC-8 srs 63. Ook dit keer werd weer een toestel van de KLM overgenomen en wel de PH-DEL (c/n 46122) welke werd voorzien van zebra staart en African Safari opschrift op de romp en op 24 maart 1982 als 5Y-ZEB in dienst werd genomen. De DC-8-53 5Y-BAS vertrok daarbij in november 1982 naar Air Seychelles als de S7-SIA. Verdere vlootuitbreiding vond plaats in december 1987 met het huren van de DC-8-63 HB-IBF (c/n 46141) van All Star Line. Het toestel voorzien van een rode band over de romp werd eveneens voorzien van een zebra staart en African Safari opschriften op de romp. Met de toestellen werden de toeristen vanuit Europa naar Afrika vervoerd waarbij Mombassa de grootste aankomstplaats was.  

In 1992 werd de vloot verder uitgebreid met de komst van een DC-10, deze werd weer aangeschaft in een huur/koop constructie met de KLM. Aan de vloot werd toegevoegd de PH-DTL, een DC-10 series 30 (c/n 46952) welke op 29 december 1992 in gebruik genomen werd met een vlucht van Bazel naar Mombassa. Met de introductie van de DC-10 werd een nieuw kleurenschema geintroduceerd. Witte romp met zwarte band, zebra staart en nu groot aangebracht de titels ASA over de romp, achter de cockpit. Ook de beide DC-8'en 5Y-ZEB en HB-IBF werden van dit kleurenschema voorzien. Deze vloot was te groot voor het aantal passagiers en in januari 1994 werd de DC-8-63 5Y-ZEB verkocht aan Airborne Express als de N823AX. In juni 1998 werd de huur van de DC-10 PH-DTL omgezet in een koop en werd dit toestel voorzien van de registratie 5Y-MBA, gelijktijdig werd de huur van de DC-8-63 HB-IBF beeindigd. Gevlogen werd dus alleen met de DC-10 waarbij London niet langer werd aangedaan en gevlogen werd naar Oost-Afrika vanaf Bazel, Berlijn, Dusseldorf, Frankfurt, Milaan, Munchen, Wenen en Zurich.

PH-DTL DC-10 series 30 in het nieuwe kleurenschema van ASA                                                                                                                    

In 1999 had de African Safari Group in bezit, 7 vliegtuigen waaronder 4 DHC-6 Twin Otters, welke vlogen binnen Kenya onder de naam Skytrails, 2 cruiseschepen in Egypte, 10 hotels, 5 lodges en een travel agency netwerk met meer dan 3000 medewerkers in dienst en dreigde daarbij bijna failliet te gaan. De Group werd gereorganiseerd door Kai Wulf (eigenaar van Plexus Ltd Consultancy) en na de reorganisatie in 2000 werden de chartervluchten uitgevoerd voor African Safari Club AG. Hierbij werd een vlootverandering voorgesteld waarbij de DC-10 vervangen werd door een nieuwere Airbus A-310 voorzien van drie klassen indeling.

Met Hapag-Lloyd werd een overeenkomst gesloten voor de aankoop en verbouwing van een A-310. In afwachting van de aflevering van dit toestel, werd direct door Hapag-Lloyd een andere A-310 ter beschikking gesteld en zo werd op 29 november 2001 de A-310 D-AHLA gehuurd. Met de komst van de A-310 werd de DC-10 5Y-MBA uit dienst genomen en op 1 februari 2001 verkocht als 5X-ONE aan African One. Op 10 maart 2003 werd de D-AHLC afgeleverd als de 5Y-VIP. Net als zijn voorgangers werd dit toestel voorzien van een wit kleurenschema met zebra staart en ASA groot op de voorromp. Na deze reorganisatie werd weer winst gemaakt en de zaken liepen goed tot het uitbreken van de onrust rond de verkiezingen in Kenya in 2008. Hierbij werden verschillende grote hotels met brandbommen bestookt, welk leidde tot een sterke afname van het aantal boekingen.

Eind 2008 werd besloten tot een verdere reorganisatie waarbij besloten werd geen eigen vliegmaatschappij meer te exploiteren maar naar gelang het aantal boekingen vliegcapaciteit in te huren. Op 13 december 2008 werden daarop alle vluchten door African Safari Airways gestaakt en keerde de A-310 5Y-VIP terug naar Hapag-Lloyd die het toestel direct verkocht aan Cirrus Airways, Met de African Safari Group ging het daarna bergafwaarts, in 2011 werden daarbij alle activiteiten gestaakt.   

African Safari op Rotterdam

5Y-AYR B-175 Britannia African Safari                                                                                    (David Booster, Rotterdam, 13 juni 1975)

Het eerste bezoek van African Safari Airways op Rotterdam vond plaats op maandag 19 mei 1969. De B-175 Britannia 5X-UVH kwam daarbij om 22.04 uur leeg uit Zurich en bleef staan voor een night-stop. De volgende dag werd het toestel geladen en vertrok met vracht om 19.54 uur richting Benghazi als eerste stop op weg naar Oost-Afrika. Drie dagen later, donderdag 22 mei, was de 5X-UVH weer te zien en nu binnenkomend op 21.03 uur vanuit London. De volgende dag vertrok het toestel weer volgeladen om 16.02 uur richting Benghazi voor een tankstop richting Afrika. De tweede Bristol Britannia van African Safari, de ex Transglobe B-175 5X-UVT, kwam met zijn nieuwe registratie 5Y-ALP langs op 2 juni 1970 komende vanuit Benghazi waarna het leeg naar London-Gatwick vertrok. Eind 1970 werd dit toestel buiten gebruik gesteld, dus het zou bij dit eenmalige bezoek blijven.

In 1971 werd Rotterdam vanaf juni door African Safari regelmatig gebruikt voor vrachtvluchten. Op 14 juni was het de B-175 5Y-ALT voorzien van de zebra staart welke als eerste dat jaar langs kwam, het toestel kwam vanuit Zurich. Op 25 juni 1971 gevolgd door de 5Y-ANS voorzien van een witte staart welke vanuit Gatwick aan kwam, een nachtje bleef staan en volgeladen de volgende dag vertrok naar Benghazi. Deze Britannia was daarna te zien op 24 september, 6 en 22 oktober waarbij de laatste vluchten als bestemming hadden Debba in Sudan . In 1972 werden deze vluchten vervolgd met de komst van de B-175 5Y-ANS, nu voorzien van African International titels welke op 10 februari leeg uit Gatwick aankwam en vracht op kwam halen met bestemming Khaneh in Iran. De maanden daarop was de 5Y-ANS een regelmatig bezoeker en was te zien op 6, 20 en 22 maart, 23 april, 1,3, 5 en 9 mei. De vluchten in april en mei werden uitgevoerd naar Malta en bestonden uit rollen textiel en kostuums. De rollen werden per vrachtauto op Zestienhoven aangevoerd, overgevlogen naar Malta, daar verwerkt, daar verwerkt tot kostuums en terug gevlogen naar Rotterdam. De vlucht op 9 mei was het laatste bezoek van B-175 5Y-ANS aan Rotterdam , voordat de 5Y-ANS op 18 mei aan IAS werd overgedragen

Het duurde even voordat African Safari Airways weer langs kwam maar het was de B-175 Britannia 5Y-ALT welke op 10 november 1974 weer te zien was als start van een aantal vluchten met groenten uit Afrika want in november en december dat jaar bracht het toestel nog zesmaal een bezoek aan Rotterdam. Vluchten welke ook in 1975 werden voortgezet en zo voerde de B-175 5Y-ALT in maart en april weer een drietal vluchten uit en was daarna in de periode 2 t/m 10 mei vier keer te zien. Op 22 mei 1975 maakte de B-175 Britannia 5Y-ALT zijn laatste vlucht. Na de vracht op Rotterdam gelost te hebben, werd het toestel leeg overgevlogen naar Stansted waar het toestel in opslag werd gezet. De als vervanger aangetrokken B-175 Britannia 5Y-AYR liet niet lang op zich wachten want op 12 juni was het toestel op Rotterdam te zien. Deze Britannia zou nog een enkele keer langs komen voor het laatst dat jaar op 22 en 23 november waarbij gevlogen werd in opdracht van Invicta International.

In 1976 op 15 februari de eerste komst van de laatste Britannia in de African Safari vloot, de 5Y-AZP, een vrachtmachine. Groenten uit Egypte bracht de 5Y-AZP daarna op 23 en 28 april weer naar Rotterdam en op 14 mei was ook de B-175 5Y-AYR weer op Rotterdam te zien. De Britannia's zouden dat jaar een regelmatig bezoek brengen en in totaal kwam African Safari Airways in 1976 15 keer op bezoek.

In februari 1977 worden door de B-175 Britannia 5Y-AYR een viertal vluchten uitgevoerd, op 17 en 18 februari in opdracht van British Air Ferries, 7 en 8 februari met groenten uit Afrika. Deze vluchten worden eveneens uitgevoerd op 24 maart, 25 en 28 april, 17 mei en 5 augustus. Het jaar 1978 is het laatste jaar dat African Safari Airways een bezoek aan Rotterdam zou brengen. Viermaal kwam de Bristol Britannia 5Y-AYR langs. Tweemaal werd gevlogen als charter voor Air Faisal en wel op 5 mei met een vlucht sperziebonen uit Egypte en op 2 augustus waarbij vanaf Rotterdam kuikens werden gevlogen naar Dharaan (Saudi Arabie aan de Perzische Golf). Op 10 en 19 mei kwam de 5Y-AYR onder African Safari vluchtnummer binnen met groenten uit Egypte.

5Y-AZP B-175 Britannia was nog geen jaar in gebruik bij African Safari                                    (David Booster, Rotterdam, 24 april 1976)

African Safari vlootlijst

bronnen: Airnieuws archieven, Propliner

Wim Zwakhals, januari 2016