Bij het faillissement van Sagittair in augustus 1972 bleven de drie HS-650 Argosies werkeloos achter bij Field Aircraft Services op East Midlands. Fields verrichte het onderhoud aan deze twaalf jaar oude vrachtmachines voor Sagittair. Om deze drie vrachtmachines weer aan het werk te krijgen werd een nieuwe vrachtmaatschappij opgericht met de naam Air Bridge Carriers.
G-AZHN HS.650 Argosy ABC is nog voorzien van de kleuren van Sagittair tijdens zijn bezoek aan Rotterdam in juli 1974. (David Booster, Rotterdam 7 juli 1974)
Gedacht werd in eerste instantie om de vergunning van het failliete Sagittair te bemachtigen. Echter dat bleek niet mogelijk zodat tot de aanvraag van een nieuwe vrachtmaatschappij werd overgegaan. Deze vergunningen werden snel verkregen zodat in december 1972 de eerste HS-650 Argosy G-APWW in Sagittair kleuren met Air Bridge Carriers opschriften in dienst werd genomen, al snel gevolgd door de G-APRN (februari 1973) en G-AZHN (augustus 1973). Gestart werd met een serie vluchten vanaf East Midlands naar Jersey en Guernsey. De vracht die hierbij vervoerd werd bestond uit groenten en fruit naar de Kanaaleilanden met op de terugvlucht bloemen. Per vlucht werden zo'n 2000 dozen met elk 72 bloemen teruggevlogen welke werden afgezet in de gehele regio. In piektijden werden acht vluchten per week uitgevoerd.
G-BBDK V.808 Viscount Air Bridge Carriers (archief Wim Zwakhals)
In april 1974 werd de Argosy G-APWW verkocht en vertrok op 1 mei 1974 als VH-BBA naar Brain & Brown. Als vervanger werd aangekocht de V.808 Viscount G-BBDK van Overseas Aero Leasing (ex HB-ILR van SATA). Het toestel werd op 11 april 1974 afgeleverd en in augustus 1974 in gebruik genomen en ingezet op de vluchten naar de Kanaaleilanden. Voor de Argosy's werd ander werk gevonden bestaande uit het vervoeren van oliemateriaal vanaf Aberdeen en het uitvoeren van charters binnen geheel Europa. De HS-650 Argosy maakte hierbij zijn debuut voor het vervoeren van paarden naar races in Ierland, Frankrijk en binnen Groot-Britannie.
In februari 1975 werd de Viscount omgebouwd tot een convertible passagiers/vrachtvliegtuig waarna het toestel werd verhuurd aan Dan-Air die het toestel inzette op de dienst tussen Lydd en Beavais. In 1975 werden de Argosies frequent ingezet voor Rolls-Royce, waarbij vluchten werden gemaakt vanaf Filton naar Frankrijk en West-Duitsland met vliegtuigmotoren en onderdelen. Andere vluchten voerden voor BAC vanaf Warton naar Italie en West-Duitsland en in november 1975 werd een van de Argosy's (G-APRN) gebruikt als support aircraft voor de verkoop toer van de BAC Jaguar in het Midden-Oosten.
In november 1975 werd de Argosy G-APRN in gebruik genomen. Deze voormalige Universal Argosy had enige jaren in opslag gestaan op East Midlands voordat het toestel door Fields werd aangekocht. Het toestel werd voorzien van Air Anglia kleuren en direct door deze maatschappij in gebruik genomen. Dit tot medio 1976 waarna dit toestel door Air Bridge Carriers in dienst werd genomen. In 1976 werd uitgekeken naar een vervanger van de Argosy en de beste kandidaat hierbij was de Vickers V.952 Vanguard. Dit was geen opmerkelijke keus daar BEA in 1968 op economische gronden zijn Argosy vloot aan de kant had gezet en verving door de V.953C Merchantman. Dit was de vrachtuitvoering van de Vanguard, waarbij het toestel voorzien was van een verstrekte laadvloer en twee hydraulisch bediende vrachtdeuren in de romp. De Merchantman kon in totaal 17 ton vracht meenemen. Air Bridge Carriers nam op 26 november 1976 de V.953C Merchantman G-APES van British Airways over die voorzien van Air Bridge Carriers opschriften in dienst werd genomen. Niet dat de Argosy daarmee van het toneel was verdwenen. Een van de eerste ABC Argosy's G-AZHN werd begin 1975 weliswaar buiten gebruik gesteld, echter dit toestel werd onmiddellijk vervangen door HS.650 Argosy G-BEOZ. Deze voormalige Universal Argosy stond al sinds 1972 in opslag op East Midlands en maakte, na een intensive onderhoudsbeurt bij Fields op 4 mei 1977 zijn eerste vlucht, waarna het toestel aan Air Bridge Carriers werd overgedragen. Vickers V.953C Merchantman G-APES werd vooral ingezet op veevluchten. Regelmatig werd o.a. gevlogen van East Midlands naar Milaan, Bologna en Venetie.
G-APEM Vickers V.953C Merchantman in volledige DHL kleuren (Peter Gralla, Schiphol, juni 1992)
Eind 1979 verving British Airways zijn Merchantman vloot door de B-707C en Air Bridge Carriers kocht een vijftal exemplaren hiervan op. De eerste twee exemplaren (G-APEK en G-APEP) werden in British Airways kleuren op 5 november 1979 overgevlogen naar East Midlands, gevolgd door de G-APEJ op 13 december en de G-APEG en G-APET op 3 januari 1980 en werden daar tijdelijk in opslag gezet. Vickers V.808 Viscount G-BBDK werd in februari 1980 verkocht aan Southern International en met een heleboel vracht capaciteit in opslag kon naarstig naar langlopende vrachtcontracten gezocht worden. Vrachtdiensten welke werden opgestart bestonden o.a. uit East Midlands - Schiphol (vanaf oktober 1979), een wekelijkse vlucht met kalveren tussen Southampton en Dinard, twee maal per week een vrachtvlucht Heathrow - Wenen in opdracht van Austrian en zes nachten per week een nachtelijke krantenvlucht tussen Luton en Glasgow. V.953C Merchantman G-APES werd als eerste tijdens een groot onderhoud voorzien van de nieuwe Air Bridge kleuren. De G-APEG en G-APEJ vlogen daarbij in British Airways kleuren met de Merchantsman G-APEK, G-APEP en G-APET in opslag. De Argosy vloot werd daarbij geleidelijk uit dienst genomen. Argosy G-APRL werd in 1979 verhuurd aan OTRAG Range in Zaire . De Argosy's welke bleven doorvliegen (G- BEOZ en G-APRL) werden veel inzet voor het vervoer van racepaarden tussen Dublin, Luton en Beauvais en veel vluchten voor British Aerospace naar Munchen en Turijn en auto onderdelen tussen Aldergrove en Keulen.
Na de G-APES werden de Marchantmans G-APEP en G-APEG van de nieuwe Air Bridge kleuren voorzien. De laatstgenoemde V.953C G-APEG vertrok op 18 augustus 1981 naar Seletar, Singapore voor een verhuurperiode van een jaar aan Air Tanggara. Echter in maart 1982 ging deze maatschappij failliet waarna het toestel verhuurd werd aan Airfast. Pas op 8 januari 1983 keerde deze Merchantman terug op East Midlands en werd daarop, nog steeds voorzien van Airfast opschriften, in opslag gezet en gebruikt voor onderdelen. Ook het aantal veevluchten nam toe doordat Aer Turas zijn laatste Bristol B.175 Britannia aan de kant zette en vooral het vervoer van racepaarden nu geheel door Air Bridge werd uitgevoerd. In november 1981 werd een start gemaakt met het dagelijks uitvoeren van de dienst Aldergrove - East Midlands v.v. in opdracht van TNT. Van de twee nog vliegwaardige Argosys was alleen de G-APRL dagelijks operationeel voor het uitvoeren van de nachtvlucht tussen Liverpool en Aldergrove en voor charters voor Rolls Royce ten behoeve van het uitvoeren van het Tornado programma.
In 1982 werd de G-APEK, voorzien van de nieuwe kleuren, in gebruik genomen na een tweetal jaar stil te hebben gestaan op East Midlands, gevolgd door de G-APET in april 1983. Op dat moment bediende Air Bridge zich dus van vier operationele Merchantmans (G-APEK, EP, ES en ET). Om de twee HS.650 Argosy's in de lucht te houden werd van Rolls Royce de Argosy G-APRM aangekocht, welke voor onderdelen werd gebruikt. In april 1983 werd gestart met het uitvoeren van vrachtvluchten voor Swissair met vluchten tussen Zurich en Heathrow, Manchester en Glasgow.
De vraag naar grotere toestellen voor het uitvoeren van de nachtelijke pakketjesdienst leidde in 1984 tot het ondertekenen van een contract met Elan, het express pakket onderdeel van DHL, voor het uitvoeren van de dienst East Midlands - Keulen. Voor het uitvoeren van deze vluchten werden beide HS-650 Argosy's gereed gemaakt. Argosy G-APRL trad op 2 februari 1984 in dienst bij Elan, gevolgd door de G-BEOZ op 1 maart voorzien van complete Elan 'The overnight delivery system' kleuren. De toenemende vrachtvluchten speelden zich vooral 's nachts af, steeds meer werden de V.953 Merchandmans betrokken bij het vervoer van pakketjes en kranten. Nieuwe vrachtdiensten in 1985 waren o.a. de nachtelijke krantenvlucht tussen Luton en Glasgow en de start van de vrachtdienst tussen Manchester en Amsterdam per 4 november 1985.
HS.650 Argosy werd in maart 1986 buiten gebruik gesteld gevolgd door de G-APRL welke op 20 februari zijn laatste vlucht maakte en werd overgedragen aan het Midland Air Museum op Coventry. Vervangende capaciteit werd gevonden door het in gebruik nemen van de V.953 G-APEJ in januari 1987 en door het in juli 1987 aankopen van de EAS V.953C Merchantman F-BYCE. Dit toestel had sinds januari 1980 in opslag gestaan op Perpignan en werd in complete Elan kleuren afgeleverd en op 5 augustus 1987 ingeschreven als G-APEM. De V.953C G-APES wordt speciaal ingericht voor het vervoer van vee, met name renpaarden.
N669F Lockheed L-118AF Electra in volledige EMS kleuren (Peter Gralla, Schiphol, juni 1989)
De voorkeur ging bij Air Bridge ging uit van een turbo-prop en vlootuitbreiding wordt gevonden door het inhuren van een Lockheed L-188 Electra. Het op Miami gebaseerde bedrijf TPI Airways wordt benaderd en leverde op 10 februari 1988 de eerste Lockheed L-188AF Electra af op East Midlands, met registratie N356Q. Door de toename van vooral de nachtelijke post- en pakketvluchten werd binnen een jaar een tweede machine van TPI Airways gehuurd en wel de L-188AF N669F, welke op 11 november 1988 in volledige EMS (Express Mail Service) kleuren werd afgeleverd. Een derde, eveneens van TPI Airways gehuurd L-188CF Electra was de N360Q welke op 3 juni 1990 op East Midlands werd afgeleverd. Dit was tevens de eerste Electra welke van volledige Air Bridge kleuren werd voorzien. Voor DHL wordt de dienst East Midlands - Keulen opgestart waarbij Merchantman G-APEM in volledige DHL kleuren wordt voorzien.
In september 1990 vetrok de in EMS kleuren gestoken Electra N669F naar Fred Olsen. Vervangende capaciteit wordt ingehuurd met de komst van de STAF L-188CF Electra F-OGST. Inmiddels is de L-188AF Electra N356Q hergeregistreerd als N355WS. Gelijktijdig ging Air Bridge op zoek naar eigen Electra's en in 1990 werd de aankoop rond gemaakt met Northwest Territorial Airways (NWT-Air) uit Yellowknive Canada. Van NWT-Air werd de volledige Electra vloot van drie Electra's, bestaande uit twee vrachttoestellen en een in passagiers uitvoering, overgenomen. Deze Electra's , C-FIJR, C-FIJV en C-FNWY, worden eind 1990, begin 1991 op East Midlands afgeleverd. Voorzien van Air Bridge opschriften en met Canadese registratie worden de beide vracht Electra´s al snel in gebruik genomen, waarbij de huur van de TPI machines werd beeindigd.
Op 1 november 1991 werd de L-188CF Electra N667F aan de vloot toegevoegd. Deze Lockheed Electra had sinds oktober 1989 in opslag gestaan op Tucson en werd nu, na een grote onderhoudsbeurt, afgeleverd in een wit kleurenschema met rode DHL opschriften. Het toestel werd direct ingezet op de nachtelijke dienst vanaf Brussel naar Wenen en Budapest. Inmiddels werd de V.953C Merchantman G-APEK op Perpignan uit dienst genomen.
In augustus 1992 werd bekend gemaakt dat de Hunting Group of Aviation Cargo, waar Air Bridge een onderdeel van was, werd geherstructureerd. Alle toestellen werden daarbij van de nieuwe naam en van een nieuw kleurenschema voorzien. Op 15 augustus 1992 werden alle toestellen op de nieuwe maatschappij overgeschreven. Lockheed Electra G-FIJV werd als eerste al in augustus voorzien van volledige Hunting Air Cargo kleuren, gevolgd een maand later door de G-FIJR. Daarna volgden de Vickers V.953C Merchantmans, echter niet voor de G-APEJ want deze werd in december 1992 op East Midlands uit dienst genomen.
Air Bridge Carriers op Rotterdam
Het eerste bezoek van Air Bridge Carriers aan Rotterdam stamt uit 5 november 1973 met de HS.650 Argosy G-APWW, het zou het enige bezoek van deze ABC Argosy aan Rotterdam zijn. Een jaar later de komst van de HS.650 Argosy G-AZHN, in de periode 7 t/m 19 juli kwam dit vrachttoestel niet minder dan 8 keer langs. Het betrof vluchten naar Aberdeen voor een boorinstallatie op de Noordzee. De Argosy G-AZHN zou daarna nog eenmaal te zien en wel op 9 januari 1975.
G-APES V.953C Merchantman Air Bridge Carriers (David Booster, Rotterdam, 14 januari 1979)
De eerste V.953C Merchantman van Air Bridge welke langs kwam was de G-APES, op 18 december 1976 vanuit Cairo met bonen, welke de hele dag moest wachten voordat het vrachttoestel gelost werd. Deze V.953C G-APES zouden we de maanden daarna nog twee maal zien. Op 7 februari 1977 vanuit Kreta met groenten en op 30 april 1977 wederom met sperciebonen uit Egypte. Ook de HS.650 Argosy´s van ABC kwamen langs. De G-APRL op 11 februari 1977 en 8 maart, deze laatste vlucht met chemicalien uit Liverpool en de HS.650 G-APRN op 11 oktober met 190 kalveren vanuit East Midlands. Een jaar later, op 13 oktober 1978 kwam de Argosy G-BEOZ langs voor het ophalen van bergingsmateriaal naar Dublin. Een maand later voerde de HS.650 Argosy G-APRL, op 24 november 1978, een charter uit met kalveren vanuit East Midlands.
Een havenstaking in Engeland zorgde in januari 1979 voor de nodige drukte. Naast stukgoed en vaten met chemicalien werden veel sigaretten gevlogen. Air Bridge Carriers voerde met de V.953C Merchantman G-APES in de periode 10 t/m 19 januari daarbij 7 vluchten uit. Dat jaar op 7 juli een bezoek van de Argosy G-BEOZ met paling uit Belfast. Het jaar werd afgesloten met een aantal vluchten met mestkalveren vanuit het Verenigd Koninkrijk. HS.650 Argosy G-APRL voerde daarbij de eerste vlucht uit op 26/10 met een laatste inzet op 16/11. Daarnaast in 1979 de V.953C Merchantman G-APEK, nog voorzien van British Airways kleuren zonder opschriften, op 7 december, en tot slot de Merchantman G-APES met charters op 4, 11 en 14 december.
In 1980 was het de Merchantman G-APEK welk op 16 april langs kwam met bonen uit Cairo, gevolgd door een charter met de G-APEG op 6 mei. Op 18 september het laatste bezoek van een Air Bridge Argosy op Rotterdam, met de G-APRL. Een havenstaking in Engeland in juli 1984 bracht in een korte tijd weer een aantal vrachtvluchten naar Rotterdam. Het waren vooral sigaretten die vervoerd werden, daarnaast groenten en fruit. Air Bridge voerde in de periode 12 t/m 23 juli hierbij 12 vluchten uit met de V.953C Merchantman G-APES (9x) en G-APEP (3x). De vluchten werden gevlogen van/naar Teesside en East Midlands. In 1985 een enkele Air Bridge charter uitgevoerd door de G-APES op 30 juni met bloemen naar Southend in opdracht van Flying Flowers.
G-APEP V.953C Merchantman in de nieuwe Air Bridge kleuren (David Booster, Rotterdam, 17 juli 1984)
De jaren erna zagen we de toestellen van Air Bridge alleen nog maar als uitwijker. Op 8 juni 1988 de V.953C Merchantman G-APET vanaf Manchester welke na het optrekken van de mist vertrok naar zijn bestemming Schiphol. Het enige bezoek van een L-188 Electra van Air Bridge vond plaats op 11 februari 1989. Met bestemming Brussel week de L-188AF N669F, geheel gestoken in de kleuren van EMS, in de nacht uit. Net als de vele andere pakketjesdragers werd de Electra hier gelost en geladen en vertrok naar de plaats waar het vandaan kwam, Stansted. Op 23 november 1990 de V.953C Merchantman G-APEJ als uitwijker van Brussel. Kwam vanuit Kopenhagen/Kastrup en vertrok naar Stockholm/Arlanda. In februari 1991 zat ook een deel van Europa in de mist. Op 13 februari week de Merchantman G-APET uit voor bestemming Brussel. Het toestel kwam vanuit Kopenhagen/Kastrup en vertrok naar Birmingham. Een dag later uitwijkers vanuit Schiphol met de V.953C G-APEP vanuit Manchester welke na een klein oponthoud vertrok naar Schiphol. De laatste keer dat Air bridge te zien was op de Rotterdamse luchthaven was op 30 september 1992, 14 dagen nadat de naamsverandering was ingegaan. V.953c Merchantman G-APEJ ingezet op de vrachtdienst vanuit Manchester week uit en vertrok na het opklaren van het weer naar Schiphol.
Air Bridge Carriers vlootlijst
G-BEOZ HS.650 Argosy in volledige Elan kleuren (Peter Gralla, East Midlands, augustus 1986)
F-OGST L-188CF Electra STAF/ Air Bridge (Peter Gralla, Schiphol, december 1990)
N360WS L-188AF Electra nog steeds in volledige Air Bridge kleuren op Miami (Peter Gralla, Miami, 10 mei 1992)
bronnen: Airnieuws archieven, Propliner
Wim Zwakhals, oktober 2021