Air Links

Eind jaren vijftig waren de jaren van de opkomst van de nieuwe chartermaatschappijen. Een daarvan was Air Links welke de jaren daarna zou doorgroeien tot een flinke maatschappij.

G-APUC Douglas C-47A Dakota van Air Links op het platform van Zestienhoven                                                 (Nico Terlouw, Zestienhoven, 1960)

Op 21 augustus 1958 werd de naam Air Links officieel geregistreerd maar het duurde nog tot mei 1959 totdat deze maatschappij werkelijk met het vliegbedrijf zou starten. Begonnen werd met, zoals vele maatschappijen in deze periode, de Douglas DC-3 Dakota.In dit geval met een van Aer Lingus overgenomen Dakota EI-ACH, welke na een onderhoudsbeurt bij Scottish Aviation werd ingeschreven als de G-APUC. Gestart werd dat jaar met het uitvoeren van ad-hoc charters van zowel London-Gatwick als Southend. Na een geslaagde start werd in juli 1961 de vloot uitgebreid met een tweede DC-3 Dakota de G-AMKE, welke overgenomen werd van BEA. Met de verhuur van dit toestel in december 1962 voor enkele maanden aan SPANZ in Nieuw-Zeeland, werd gedurende deze periode nog een derde Dakota, de G-AMGD van Autair, gehuurd. Er werd vooral vanaf Gatwick gevlogen naar bestemmingen als Amsterdam, Bazel, Berlijn, Dinard, Dublin, Le Havre, Parijs- Le Bourget, Le Touquet, Nice en Vichy. De stap van de DC-3 Dakota naar groter materieel werd aangedragen door het faillisement van Air Safaris in 1962. Met de uitbreiding van de staf met enkele directieleden van Air Safaris was het duidelijk dat eerst gekeken werd naar de toestellen waarmee Air Safaris had gevlogen, namelijk de Handley Page HP.81 Hermes. Geen maatschappij zat op dat moment te wachten op een vloot van verouderde Handley Page Hermes toestellen, elk met nog maar een paar honderd uur op de klok, voordat de toestellen zouden worden afgeschreven. Air Links zag de kans om goedkoop de doorstart naar de grotere luchtvaartmarkt te maken en kocht in 1962 drie HP.81 Hermessen aan. Tevens werd het ervaren personeel van Air Safaris in dienst genomen. Besloten werd direct een van de aangekocht HP.81 Hermes toestellen in dienst te nemen. Dit werd de G-ALDA welk in augustus 1962 naar Southend werd gevlogen en na een onderhoudsbeurt bij Tradair op 7 december 1962 in dienst werd genomen. De andere twee toestellen werden naar Southend gevlogen om daar gebruikt te worden voor onderdelen. De Hermes was voorzien van 82 stoelen en had een bereik van 1000 miles. Voorzien van Air Links kleuren en opschriften werden in december trainingsvluchten gemaakt en maakte het toestel op 21 december 1962 zijn eerste charter toen de Hermes een BUA Viscount moest vervangen op de vlucht van Gatwick naar Dusseldorf. Met de komst van de Hermes werd een van de Dakoto's (G-AMKE) aan het einde van het vakantieseizoen uit dienst genomen en verkocht als VP-YUU aan Air Rhodesia. Met de introductie van de Hermes werd de tweede Dakota, G-APUC in april 1963 verkocht aan Tyne Tees Aviation. In 1963 en 1964 werd de Hermes G-ALDA volop ingezet op vooral vakantievluchten vanaf London-Gatwick naar Bazel, Lyon, Nice, Palma, Perpignan, Rimini en Rome met daarnaast een enkele charter richting Midden-Oosten. In 1963 werden 14.000 passagiers vervoerd.

De enige HP.81 Hermes van de Air Links vloot, G-ALDA, tijdens vertrek vanaf Schiphol                       (archief Wim Zwakhals, Schiphol, 1963)

Slechts een Hermes werd in gebruik genomen, dit mede daar Air Links zijn oog had laten vallen op de opvolger van de HP.81 Hermes, de Canadair C-4M Argonaut. Air Links vloog echter nog tot december 1964 met de Hermes G-ALDA door en was daarmee de laatste gebruiker van dit type. De laatste charter werde gemaakt op 13 december 1964 vanaf Brindisi naar London-Gatwick en met de ferry vlucht naar Southend op 22 december 1964 werd dit hoofdstuk van de Britse luchtvaart afgesloten.

G-ALHT Canadair C-4 Argonaut Air Links tijdens de bollenvluchten in 1965                       (archief Wim Zwakhals, Rotterdam, mei 1965)

De Argonaut/North Star was de verbeterde versie van de DC-4 en werd direct na de oorlog gebouwd door Canadair. De aan Trans-Canada en de Canadian Air Force geleverde toestellen werden daarbij aangeduid als de DC-4M North Star, de aan BOAC geleverde toestellen werden aangeduid als de Canadair C-4 Argonaut. Het grote verschil met de Douglas DC-4 waren de aanwezigheid van een drukcabine en de keuze voor 4 Rolls-Royce Merlins in plaats van de bij de DC-4 toegepaste Pratt & Whitney motoren. Als laatste Britse maatschappij ging ook Air Links in 1964 over tot de aanschaf van de C-4 Argonaut. De eerste Argonaut welke werd aangeschaft was de vanaf Flying Enterprise afkomstige C-4 OY-AAH. Dit toestel werd op 27 april 1964 vanaf Kopenhagen naar Gatwick gevlogen. Hier verdween het toestel in de hangaars en werd daar voorzien van de wit met blauwe kleuren van Air Links en de registratie G-ALHT. Na wat crew training werd de Argonaut vanaf 8 april 1964 ingezet op het charterwerk vooral richting zuiden van Europa. De C-4 Argonaut was in de toeristen uitvoering voorzien van 78 stoelen. Gezien de toenemende vraag naar charterwerk werd in juli 1964 een tweede C-4 Argonaut in dienst genomen, de G-ALHM, afkomstig van East African Airways ex VP-KOJ. Op zoek naar vervangend materieel voor de Hermes werd in de tweede helft van 1964 de complete Argonaut vloot van de Royal Rhodesian Air Force overgenomen. Twee van deze toestellen (G-ALHI ex 632/P en G-ALHW ex 600/M) werden daarbij in gebruik genomen waarbij de overige twee toestellen G-ALHC ex 601/N en G-ALHH ex 602/O naar Redhill werden overgevlogen om daar als onderdelen bron dienst te doen. De C-4 G-ALHW werd in tegenstelling tot de drie andere machines niet voorzien van stoelen, maar werd als freighter in dienst genomen. In 1964 en 1965 werd de vloot van Argonauten vooral ingezet binnen Europa met bestemmingen als Barcelona, Bazel, Brussel, Marseille, Nice, Oostende, Palma, Perpignan, Rimini, Tarbes en Zurich en met verre vluchten naar Afrika en Midden-Oosten. Vanaf begin 1965 was Air Links dus een geheel Argonaut operator, echter Air Links was op zoek naar nieuwer materiaal. De keus viel daarbij op de Bristol B-175 Britannia, een type welke op dat moment volop op de tweedehands markt verkrijgbaar was. Aangekocht werden twee B-175 Britannias van Canadian Pacific Airlines. Hierbij werd besloten om de toestellen te voorzien van een nieuw kleurenschema en de naam van de maatschappij te veranderen in het meer internationaal klinkende Transglobe. Officieel werd de naamswijziging op 1 augustus 1965 doorgevoerd. Echter de Argonaut vloot zou tot het moment van uitdiensttreding met de naam Air Links blijven doorvliegen. Het zou het laatste jaar voor de Argonaut vloot zijn en alle vier de toestellen werden in de periode september-oktober 1965, na het vakantieseizoen uit dienst genomen. Hierbij maakte Argonaut G-ALHM de laatste charter voor Air Links. Argonaut G-ALHT werd als eerste uit dienst genomen en vertrok op 12 september naar Redhill om daar te worden gesloopt. C-4 Argonaut G-ALHT werd geschonken aan de brandweer oefenschool op Stansted en werd op 10 janauri 1966 vanaf Southend overgevlogen. De laatste twee toestellen, G-ALHM en G-ALHW werden verkocht aan British Midland Airways en werden in maart 1966 overgevlogen naar East Midlands waar ze gesloopt werden voor onderdelen om de Argonaut vloot van BMA in de lucht te houden.

G-ALHW was de vrachtkist van Air Links. Hier de Argonaut tijdens de uitvoering van enige vrachtvluchten in 1964 op Rotterdam.

Air Links op Rotterdam

Het was de Douglas DC-3 Dakota G-APUC welke in 1960 voor het eerst Zestienhoven bezocht. Een jaar later was Air Links met de Dakota's G-APUC en G-AMKE enige keren te zien tijdens ad-hoc charters vanaf verschillende velden in Engeland. De Handley Page HP.81 Hermes van Air Links bracht nooit een bezoek aan het veld en het duurde ook tot 1964, met de introductie van de C-4 Argonaut, dat Air Links weer op het Rotterdamse beton te bewonderen was. Het was de Canadair C-4 Argonaut welke kort na zijn indiensttreding, op 3 maart 1964, de eerste charter richting Zestienhoven uitvoerde. Tijdens de bollen werd deze C-4 Argonaut eveneens een aantal keer ingezet zoals op 25 en 26 april. In december 1964 werd de vrachtmachine, C-4 G-ALHW, die maand ingezet voor het uitvoeren van 18 vluchten met sigaretten vanaf Southend. In 1965 werden de Argonauten ingezet op de bollenvluchten vanaf Gatwick. Deze vluchten werden gevlogen op donderdag, zaterdag en zondag. Canadair C-4 Argonaut G-ALHI beet hierbij de spits af op 20 april, daarna gevolgd door de G-ALHM, G-ALHT met een laatste vlucht op 7 mei.

G-ALHM Canadair C-4 Argonaut van Air Links op Rotterdam.                                                               (archief Wim Zwakhals, Rotterdam, mei 1965)


Air Links vlootlijst

G-ALHI Canadair C-4 Argonaut Air Links na aankomst bij de Stansted Fire School                                         (archief Nico Terlouw)

Bronnen: Airnieuws archieven, Propliner, British Independant Airlines.

Wim Zwakhals, juni 2022