Beech Aircraft Corperation was een familiebedrijf en bij het beeindigen van de Tweede Wereldoorlog moest snel overgeschakeld worden van de gestopte militaire productie op een nieuwe markt, de zakenluchtvaart en prive vliegers. De Beech 18 werd ontworpen voor de zakenluchtvaart en om aan de vraag naar een "familievliegtuig" te voldoen werd de vierpersoons Beech 35 Bonanza ontworpen. Na deze eenmotorige Beech 35 Bonaza ontwierp Beech de D50 Twin Bonanza, een zespersoons laagdekker voorzien van twee motoren. Het toestel was bestemd voor de zakenmarkt en was ter opvulling van het gat tussen de Beech 35 en de veel grotere Beech 18.
HB-GAF is een Beech C50 Twin Bonanza en met bouwjaar 1955 behoorde dit toestel tot de eerste series gebouwde toestellen en werd daarbij uitgerust met een tweebladige houten propellor. (Wim Zwakhals, Althenrhein, 19 augustus 1991)
De volgende versies van de Beech 50 Twin Bonanza werden gebouwd.
F-BJRE Beech D50E Twin Bonanza van Cipra. de versie met het extra raam in de romp. )
Militair gebruik
De US.Army was in 1951 op zoek naar een communicatie toestel en in 1951 werden vier Beech 50 Twin Bonanza's direct van de productielijn aangekocht en naar Fort Sill, Oklahoma gestuurd voor het uittesten van dit nieuwe type. Hier werden de toestellen in gebruik genomen onder de aanduiding YL-23. De YL-23 was op dat moment het zwaarste toestel welk in gebruik werd genomen bij de US.Army, De succesvolle evaluatie van dit type leidde in 1952 tot de bestelling van 55 L-23A's (Beech B50) welke in dienst werden genomen bij zowel de US.Army units in de Verenigde Staten als Europa. Het eerste exemplaar werd hierbij aan de US.Army geleverd in februari 1953, het laatste exemplaar in april 1954. Kort daarna volgde een tweede bestelling voor 40 L-23B's, welke verschilde van de L-23A door het toepassen van een metalen prop.
In 1955 werd de Beech C50 (s/n 55-3465) in gebruik genomen en uitgetest als de XL-23C. Hierbij werd echter niet tot bestelling overgegaan. Wel werd overgegaan tot een bestelling van de Beech E50 waarvan er 85 stuks besteld werden en vanaf november 1956 afgeleverd werden als de L-23D Seminole. Een jaar later werden wel zes Beech D50A's in gebruik genomen als L-23E. Aanvullend op de bestelling van de nieuwe L-23D's werden alle overgebleven L-23A's en L-23B's (in totaal 93 stuks) terug naar de fabriek gestuurd om eveneens aangepast te worden tot L-23D standaard. Deze toestellen werden weer als nieuw opgebouwd en ontvingen daarbij nieuwe constructienummers en nieuwe serials. In 1958 werden acht RL-23D's in gebuik genomen. Deze werden uitgerust in het programma tot de ontwikkeling van de SLAR (sideways looking airborne radar). De toestellen werden hierbij voorzien van een radarneus en lange container onder de romp waarin de radar kon worden aangebracht.
In 1962 werd het aanduidingssysteem bij de USAF en US Army en Navy gewijzigd en werden de overgebleven L-23D's, RL-23D's en L-23E's aangeduid als de U-8D, RU-8D en U-8E. Gelijktijdig werd ook een nieuw kleurenschema ingevoerd. De eerste geleverde toestellen aan de US.Army waren voorzien van een olijf groen kleurenschema met witte belettering. Het nieuwe schema bestond uit een witte bovenkant, groene onderkant en in een groene band in geel aangebracht het serial nummer.
De 57-6040 was oorspronkelijk een L-23A en werd na 1953 verbouwd tot L-23D. Het toestel is hier nog voorzien van het olijf groene kleurenschema met witte opschriften zoals de toestellen in eerste instantie aan de US.Army werden afgeleverd. (London-Gatwick, 1962)
Naast de US.Army werd de Beech 50 Twin Bonanza ingezet bij verschillende luchtmachten waaronder in Europa bij de Zwitserse Luchtmacht welke van 1957 tot 1989 drie toestellen in dienst had als communicatie toestel van het type Beech E50 (serials A-711 t/m A-713).
De eerste Beech 50 twin Bonanza vloog op 15 november 1949. Het model is tussen 1951 en 1963 in productie geweest. In totaal rolden er 975 exemplaren van de band. Vanaf 1960 werd de Twin Bonanza opgevolgd door de nieuwere Beech Queen Air bestemd voor de zakenmerkt.
Technische gegevens van de Bech D50 Twin Bonanza
Beech 50 Twin Bonanza op Rotterdam
D-IDNL Beech D50C Twin Bonanza van DNL op Zestienhoven. (NicoTerlouw, Rotterdam, 1961)
Het eerste bezoek van een Beech 50 Twin Bonanza was tijdens de Europese Rondvlucht in 1959 waarbij op 17 juni een van de Duitse deelnemers vloog met de D-IDUM een Beech C50 Twin Bonanza. In tegenstelling tot Engeland, waar geen enkele Twin Bonanza werd ingeschreven, was dit vliegtuigtype eind jaren vijftig en begin jaren zestig in West-Duitsland wel aktief als zakentoestel en werd daarbij ook ingezet op lijndiensten naar de Duitse waddeneilanden zoals deze gevlogen werden door de Deutsche Nah-Luftverkehr GmbH (DBL). Twee toestellen van DNL brachten in 1961 een bezoek aan Zestienhoven. Dit waren de D-IDNL (c/n DH-263) en D-INLH (c/n DH-296), beiden van het type D50C, waarbij de D-IDNL een klein DNL logo in de staart droeg en de D-INLH naast dit embleem voorzien was van Nahluft opschrift op de romp. Deze Beech D50C stortte een jaar later, op 7 juli 1962, neer nabij Riesenbeck na vertrokken te zijn vanaf Sylt. Verder bekende bezoeken van de Twin Bonanza aan Rotterdam zijn de komst op 14 maart 1966 van de D-IFTW, een Beech H50 Twin Bonanza en op 3 april 1968 het bezoek van de D-INAS een Beech J50 Twin Bonanza vliegend voor Sudwest Flug. Een jaar later vloog de Beech H50 HB-GAY op 2 juni 1969 een retour Neuchatel. Op 29 juni 1970 kwam de D-INES een Beech J50 Twin Bonanza van Travelair langs en het eerste bezoek van een frans exemplaar vond plaats op 26 januari 1971 met de komst van de F-BKBN een Beech D50E van Societe La Grande.
De 57-6092 was een van de eerste US.Army L-23D/U-8D Seminoles welke op Rotterdam te zien was. (NicoTerlouw, Zestienhoven, 1962)
Veel beter kennen we op Rotterdam de komst van de Beech Twin Bonanza in dienst bij de US.Army hierbij aangeduid als de L-23D (later U-8D) Seminole in dienst bij de 7th Army HQ op Heidelberg en bij het 7th Army Communications Command op Coleman. Vooral vanaf Heidelberg werden deze toestellen binnen Europa ingezet. Rotterdam was hierbij een van de plaatsen welke met enige regelmaat werd aangedaan.
In de jaren zestig en begin jaren zeventig werden op Rotterdam de volgende US.Army L-23D/U-8D Seminoles gezien.
1961 - 1963 63716, 76092, 83064
1964 76094, 79040
1965 63716
1967 83067, 83070
1968 63716
1969 63718, 73087, 0-76068
1970 73086, 0-83063
1971 0-73086, 0-73043, 83064
1972 0-63716, 0-73086, 0-83064
1973 0-63969, 0-73086, 76068, 0-83063
Het laatste Twin Bonanza welke een bezoek aan Rotterdam bracht was de I-OGAM, een F50 welke op 23 augustus 1976 te zien was.
I-OGAM is een Beech F50 twin Bonanza, dit model is eveneens uitgevoerd met een puniger neus. (archief Frank de Koster, Rotterdam, 23 augustus 1976)
bronnnen: archieven Airnieuws, US Military Aircraft serials, Airlife's General Aviation
Wim Zwakhals, september 2019