Op 6 juni 1964 was het de Malmo MFI-10 Vipan (Wadvogel) welke langs kwam op Zestienhoven voor een demonstratie van dit nieuwe type. Deze MFI-10 Vipan, met de registratie SE-CPH, was nog voorzien van zijn Hannover Luchtvaartshow nummer waar het toestel kort daarvoor indruk had gemaakt met zijn demonstratie. Het toestel was om half zeven 's morgens uit Malmo vertrokken en non-stop richting Rotterdam, waar het om kwart over elf neerstreek.
SE-CPH MFI-10B Vipan met nummer 81 van de Hannover Air Show in de staart tijdens de demo op Rotterdam.. (Nico Terlouw, Zestienhoven, 6 juni 1964)
De Malmo MFI-10 Vipan was een vier persoons licht personen vliegtuigje, ontworpen en gebouwd door de Malmo Flygindustrie in Zweden. Slechts drie exemplaren werden gebouwd waarna nooit tot serie productie werd overgegaan.
AB Malmo Flygindustrie (MFI) starrte in 1955 met het ontwerp van een vierzits toestel. Het ontwerp ging uit van de vraagstelling van zowel Zweedse leger als luchtmacht welk op zoek was naar een nieuw opleidingsvliegtuig welke tevens kon worden ingezet als sleepvliegtuig, ambulance of voor foto doeleinden. Daarnaast werd ook gemikt op de vliegscholen en civiele markt. Het toestel werd ontworpen als een hoogdekker met goed uitzicht en voorzien van een staartwiel waarbij op onverharde strips met een lengte van 180 meter kon worden gestart en geland. Bij het ontwerp werd een geheel nieuwe constructiewijze toegpast. Het frame werd opgebouwd uit een composiet verstrekte honingraad structuur, bedekt met aluminium beplating. Ook het vaste landingsgestel was van een geheel nieuw ontwerp, opgebouwd uit een door glasvezel verstrekte kunststof. Het prototype werd voorzien van een 160 pk Lycoming 0-360 motor en twee bladige prop en maakte met de registratie SE-CPI op 25 februari 1961 zijn eerste vlucht. Dit eerste prototype werd gevolgd door twee militaire prototypes voor de Zweedse luchtmacht, welke werden voorzien van een sterkere 180 pk Lycoming 0-360-A1A motor en werden aangeduid als de MFI-10B, bij het leger aangeduid als de FPL 54, waarbij het eerste exemplaar met de registratie SE-CPH (c/n 02) voor het eerste vloog op 27 juni 1962. Het derde prototype ontving de registratie SE-CPI. Beide toestellen werden in 1963 aan het leger afgeleverd met de serials 54001 en 54002, welke kort daarop gewijzigd werden in 54381 en 54382. De FPL 54 was voorzien van twee deuren, een aan iedere kant, en kon twee strechers meenemen.
Na het uittesten van de FPL54 bij de landmacht werden in 1964 de beide toestellen weer terug gegeven aan MFI. De Zweedse landmacht gaf de voorkeur aan de grotere FPL 53 (Dornier Do.27). Beide toestellen werden respectievelijk als SE-CPH op 23 maart en als SE-CPI op 20 april 1964 weer ingeschreven in het Zweedse register.
Daar MFI ook kansen zag op de civiele markt werden de plannen, om het toestel van een zwaardere motor te voorzien, niet verder uitgewerkt. Met de overname van MFI door SAAB in 1964 werd het MFI project beeindigd. Het eerste prototype MFI-10 SE-CFI werd daarbij overgedragen aan het Arlanda Flygmuseum.
De MFI-10B Vipan maakte zijn publieks debuut op de Hannover Luchtvaart Show welke in 1964 gehouden werd van 24 april t/m 3 mei, waarbij beide toestellen SE-CPH en SE-CPI aanwezig waren. Op de show werd het toestel aangeboden door de Vereinigte Flugtechnische Werke (VFW), die de licentie rechten had verworven van MFI en het toestel, gebouwd vanaf een nieuw op te zetten productielijn, voor een bedrag van DM 55.000,- te koop aanbood. Echter ook hier werden geen bestellingen verkregen.
Na de Hannover Luchtvaart Show bleven beide toestellen voor VFW demonstraties uitvoeren, zoals de genoemde komst van de SE-CPH op Rotterdam op 6 juni 1964, met als thuisbasis Malmo.
Op 18 maart 1968 werd de MFI-10B SE-CPH verkocht in Spanje waar het toestel werd ingeschreven als de EC-CAN op naam van ARCAMO gevestigd op Salamanca. ARAMCO had de rechten verkregen om de MFI-10B in licentie in Spanje te bouwen en zette daarvoor een promotiecampagne op. Echter ook hier werden geen bestellingen geplaatst, waarna het toestel werd verkocht aan de Real Aero Club de Granada. Tijdens het gebruik bij deze vliegclub maakte het toestel een mislukte landing op Sotos, nabij Cuenca, waarna het toestel enige tijd stond opgeslagen in een schuur bij Sotos voordat het werd verschroot.
SE-CPI MFI-10B Vipan in de demo kleuren tijdens een bezoiek aan Londo-Gatwick in 1966 (archief Wim Zwakhals)
Het derde toestel, de MFI-10B SE-CPI, bleef vliegen onder zijn Zweedse registratie. Ook dit toestel bracht een bezoek aan Rotterdam. Op 15 september 1968 kwam dit toestel om 18.31 uur aan, om na een nigt-stop, de volgende dag om 08.04 uur te vertrekken richting London-Gatwick. In september 1972 werd dit toestel ondergebracht bij het Flygmuseum op Arlanda en in augustus 1980 werd het toestel overgebracht naar het Flyfvapenmuseum op Malmslatt.
Echter in het begin van de jaren negentig zag Rhein-Flugzeugbau GmbH (voorheen een onderdeel van het VFW concern) de markt voor 150 MFI-10's als basis voor een lichte opleidingskist. RFB kocht begin 1993 de SE-CPI aan van het museum, maakte het toestel weer vliegwaardig waarbij het voorzien werd van een 200 pk Lycoming IO-360-A motor uitgerust met een driebladige prop. Deze versie kreeg de aanduiding MFI-10C. Op 4 juni 1993 werd het toestel weer ingeschreven als de SE-CPI op naam van de Ostergotlands Flyghistoriska Sallkap en werd overgevlogen naar de Parijse Luchtvaart Show. Echter de mogelijke klant voor de seriebouw (Thailand werd genoemd) had de voorkeur voor aan ander type en na afloop van de Parijse Luchtvaart Show keerde het toestel terug naar Zweden en werd overgedragen aan het Ostergotlands Flyhistorika Sallkap. Een jaar later werd het toestel weer overgedragen aan het Flygvapenmuseum.
SE-CPI nu aangepast als MFI-10C Vipan tentoongesteld op de Parijse Luchtvaart Show (Wim Zwakhals, Parijs-Le Bourget , 10 juni 1983)
De beide MFI-10's bestaan nog steeds:
Het eerste prototype SE-CFI (c/n 01) maakt deel uit van de museumcollectie op Arlanda
Het derde prototype SE-CFI (c/n 03) staat in het museum Malmen.
Technische gegevens MFI-10B
bronnen: Airnieuws archieven, Flight International, Cockpit
Wim Zwakhals, juli 2017