Niet de bekenste, maar zeker een van de mooiste zakenkisten was de Douglas B-23 Dragon. Van de als bommenwerper gebouwde B-23 Dragon zijn niet veel exemplaren gebouwd. Slechts een enkel exemplaar bezocht in de jaren zestig Zestienhoven.
N61666 Douglas B-23 als zakenvliegtuig (archief Wim Zwakhals)
De B-18 Bolo werd in 1934 door Douglas ontworpen op specificaties van de USAAC voor een nieuwe moderne bommenwerper. Het toestel werd aangeduid als de DB-1 en werd ontworpen als een metalen twee motorige laagdekker voorzien van 2 Wright R-1829-45 stermotoren van 980 pk elk. Douglas gebruikte voor dit ontwerp de vleugels en de staart van de DC-2. De nieuwe bommenwerper vloog daarbij, volgens de piloten, als een airliner en werd direct besteld door de USAAC (united States Army Air Corps), die een bestelling plaatste voor totaal 132 exemplaren waarvan het eerste toestellen in 1936 afgeleverd werden. De B-18 Bolo was echter niet echt op gevechtshandelingen voorbereid, het toestel droeg geen bewapening en met volle brandstof en een bommenlast van 1000 kg kon een afstand van 1100 miles afgelegd worden. Daarbij was de snelheid van de B-18 Bolo beperkt en bedroeg slechts 220 mph.
Op eigen initiatief beslot Douglas wat aan deze beperkingen te doen, door toepassing van inmiddels ter beschikking gekomen sterkere 1600 pk Wright R-2600 Cyclone motoren, een rompverlenging van tot 17,60 meter en een verlengde spanwijdte to 27,20 meter werd de Douglas B-23 Dragon ontwikkeld. De B-23 Dragon werd voorzien van een intrekbaar landingsgestel en al deze aanpassingen leidden direct tot het vergroten van de topsnelheid met 70 mph. Het toestel werd daarbij voorzien van bewapening aangebracht in de neus en een koepel op bovenkant van de romp en in de staart. De eerste B-23 Dragon maakte daarbij op 27 juli 1939 zijn eerste vlucht vanaf Santa Monica en in totaal werden er 39 toestellen gebouwd welke werden afgeleverd aan de US.Army.
De B-23 Dragon werd nooit in oorlogshandelingen ingezet. Hoewel het toestel in snelheid sterk was verbeterd ten opzichte van de B-18 Bolo bleef de B-23 Dragon sterk in prestaties achter (met name in bommenlast en bereik) bij zijn directe concurrenten, de North American B-25 Mitchell en Martin B-26 Maurader. De B-23 Dragon werd derhalve binnen de Verenigd Staten ingezet als opleidingskist voor de bommenwerpersquadrons en andere opleidingstaken en werd ingezet bij de bewaking van de kustlijn aan de kant van de Grote Oceaan. Een aantal toestellen werd tijdens WW-2 verbouwd tot UC-67 transporter, geschikt voor het vervoer van 12 man met een crew van vier.
N4000B Douglas B-23 Dragon in actieve dagen. Deze B-23 heeft een kleine neus, Het toestel staat nu bewaard bij het Weeks Air Museum (archief Wim Zwakhals)
De B-23 Dragon in de civiele rol
Na een kort militair dienstverband kwam de B-23 Dargon direct na de oorlog terecht op de civiele markt. Een aantal grote bedrijven namen de vrijkomende toestellen direct in gebruik als zakenvliegtuig. Howard Hughes was een van de eersten die een B-23 Dragon aankocht voor het personele vervoer en ook Juan Trippe, directeur van Pan American Airways kocht een toestel aan, Het was daarbij de Pan American Engineering Department welke de meeste bommenwerpers uitruste voor de civiele rol. Hierbij werden de glazen bommenwerpers neus vervangen door een nieuwe lange metalen neus, daarnaast werd het interieur verbouwd en uitgerust met twee passagiers compartimenten en een toiletruimte. Deze twee passagierscompartimenten werden, afhankelijk van de wensen van de klant, voorzien van zes, acht tot twaalf stoelen. De meeste civiele exemplaren bleven tot in het begin van de jaren zestig in dienst als zakentoestel bij grote bedrijven in de olie-, tabak en houtindustrie. In het midden van de jaren zestig kwamen een aantal toestellen in Midden- en Zuid Amerika terecht waar zij in de vrachtrol werden ingezet. Begin jaren zeventig was de rol van de B-23 Dragon uitgespeeld. Een groot aantal exemplaren werd daarna gesloopt. Vandaag de dag zijn een aantal toestellen bewaard gebleven in de grote musea in de Verenigde Staten, de N534 in het Pima Museum, 39-0045 in het Caste Air Museum, N4000B in restauratie bij het Weeks Air Museum, N800N in het USAAF Museum Wright Patterson, N52327 in het McChord Air Force Museum en een in Zuid-Amerika, de HC-APV in het museum in Quito. Een klein aantal is weer vliegwaardig gemaakt waaronder de N62G van de CAF voorzien van militaire kleuren maar met de civiele lange neus.
B-23 Dragon op Zestienhoven
De N86E B-23 Dragon bracht in 1963 op aflevering aan Mecom Oil een bezoek aan Zestienhoven (Nico Terlouw, Zestienhoven, april 1963)
Slechts een enkele Douglas B-23 Dragon stond gebaseerd in Europa. Dit toestel was de B-23 Dragon met registratie N86E (c/n 2745). Deze B-23 Dragon werd in 1963 aangekocht door de Texaanse olieboer John W.Mecom. Dit toestel werd in 1939 aan de USAAC afgeleverd s/n 39-0059 en deed hier dienst als UC-67 transporter. Na de oorlog in gebruik genomen door Pan American Airways (N49891) en werd in 1954 ingeschreven als de N86E op naam van Esso Shipping om daarna in 1959 verkocht te worden aan de Chatman Chemical Corp. Mister J.E.Mecom breidde zijn oliebelangen in die tijd uit naar het Midden-Oosten en Europa. Mecom Oil vestigde zich daarbij op twee thuisplaatsen, Thumrait (Oman) in het Midden-Oosten en Athene in Europa. Mecom Oil vloog met een omvangrijke vloot van C-82 Packets, AT-11 Kansas tot de B-23 Dragon. De B-23 Dragon werd via Rotterdam afgeleverd. Deze B-23 Dragon met registratie N86E, werd vanuit Amerika via London-Gatwick op 27 aporil 1963 naar Rotterdam gevlogen, waarbij als eigenaar werd genoemd R.O'Neill. Het toestel vertrok daarna naar Athene op aflevering aan Mecom Oil die het toestel vanaf deze luchthaven in gebruik nam als zakenkist. Het liep anderhalf jaar later niet goed af met John W.Mecom. Tijdens een vlucht met een van zijn de C-82 Packets (N128E) vanuit Libie naar Jordanie op 19 december 1964 werd het toestel boven Egyptisch luchtruim onderschept door een Mig-21 daar er geen toestemming voor passage was aangevraagd. Daar er niet werd gereageerd om het toestel aan de grond te zetten, werd het toestel door een raket uit de lucht geschoten. De oliemagnaat John W.Mecom kwam daarbij om het leven.
Het bedrijf Mecom Oil bleef bestaan maar stootte in 1967 zijn luchtvloot af. De B-23 Dragon N86E werd dat jaar samen met de C-82 Packet N127E overgevlogen naar Athene. Beide toestellen werden hier achtergelaten en in het begin van de jaren zeventig in gebruik genomen als instructiekist bij het op de luchthaven van Athene-Helinkion gevestigde Delta Technical School, deze schoolnaam werd, in het grieks, op de N86E aangebracht. Beide toestellen zijn tot in het begin van de jaren tachtig bij deze school in gebruik geweest. Daarna stonden beide toestellen geparkeerd op een verlaten deel van het platform van de oude luchthaven van Athene tot in juni 1986 toen voor de aanleg van een nieuwe weg dit deel werd ontruimd en de toestellen daarbij werden gesloopt
De N86E B-23 Dragon als sleutelkist bij de Delta Technical School op Athene (archief Wim Zwakhals, Athene)
bronnen: Air Enthusiast, archief Airnieuws
Wim Zwakhals, september 2009