Eind jaren vijftig kwamen de vakantievluchten op gang. In Limburg was vliegveld Beek in 1959 bescheiden gestart met vakantievluchten welke gevlogen werden door Tradair. Ondernemer Steenstra Toussaint zag nieuwe kansen en op 8 juli 1959 werd door hem de nieuwe Nederlandse luchtvaartmaatschappij opgericht met de naam Euravia Air Transport N.V. Het Engelse reisbureau Universal Air Tours opende gelijkertijd op Beek een Nederlands filiaal onder de naam Avia Tours en beiden besloten samen te werken om vanaf 1960 vluchten te starten vanaf Southend via Beek naar bestemmingen als Rimini, Nice, Perpignan en Palma.
G-APNH DC-4 Euravia na aankomst op Rotterdam . (Nico Terlouw, Zestienhoven, december 1959)
Een van de luchtvaartmaatschappijen welke voor Universal Air Tours vluchten uitvoerde was Independent Air Transport. Door het neerstorten van een van de Vickers Vikings uit de vloot in maart 1959 kreeg deze maatschappij veel kritiek in de pers en veranderde daarop in april 1959 de naam in Blue Air. Echter ook onder deze nieuwe naam kon de maatschappij het niet bolwerken en stopte direct na het zomerseizoen, in oktober 1959 alle activiteiten. Een van de toestellen uit de vloot was de Douglas C-54B Skymaster G-APNH (c/n 18333). Dit toestel werd op 9 juni 1958 aangekocht van Twentieth Century Airlines (ex N86571) en was voorzien van 72 zitplaatsen. Na een laatste vlucht voor Blue Air op 12 oktober 1959 vanaf Madrid naar Manchester werd het toestel op Blackbush geferried en werd kort daar Blue Air failliet verklaard. De Skymaster G-APNH stond daarbij nog tot 9 november 1959 ingeschreven op naam van Blue Air.
In de tweede week van oktober 1959 werd de DC-4 G-APNH op Blackbush voorzien van Euravia opschriften en werd de staart voorzien van de wit/blauw/gele kleuren van Limburg met daarin aangebracht de Limburgse leeuw. Op zaterdag 17 oktober 1959 werd het toestel overgevlogen naar Beek waar het gepresenteerd werd aan de bestuursleden van de NV Luchthaven Zuid-Limburg, de burgemeesters van Beek, Ulestraten, Geulle en Heerlen, vertegenwoordigers van de Kamers van Koophandel ven Maastricht en Heerlen en VVV's ,reisbureaus en pers. Met de gasten aan boord werd een rondvlucht gemaakt boven Zuid-Limburg, Aken en het Belgische grensgebied. Op 30 november 1959 werd een eerste charter uitgevoerd naar Bahrein waarna het terugkeerde naar Blackbush. Daarna volgden nog vluchten op 4 november met de voetbalclub Sparta naar Zweden en werden vluchten gemaakt naar New York, Balimore en Monteal
Op 4 december 1959 werd de DC-4 Skymaster G-APNH overgevlogen naar Rotterdam-Zestienhoven. Op Rotterdam aangekomen werden geen verdere vluchten uitgevoerd en werd voor de machine op 7 januari 1960 de registratie PH-EUR aangevraagd waarbij uit de aanvraag bleek dat het toestel door Euravia Air Transport gehuurd werd van Universal Air Tours. Tevens werd daarbij een concessie om vanuit Nederland charter vluchten te mogen uitvoeren ingediend. Op de BvL aanvraag van 11 januari 1960 stond echter de naam van Blue Air als eigenaar vermeld. Helaas keurde de RLD het toestel af omdat de elektrische bedrading niet in orde was. op Rotterdam werd het toestel na aankomst al snel achter de grote hangaar geparkeerd en werden de motoren regelmatig proefgedraaid. Op 8 februari 1960 werd de Euravia C-54B G-APNH overgevlogen naar Southend waar de Euravia opschriften en Limburgse kleuren in de staart werden verwijderd. In afwachting van de afwikkeling van het faillisement van Independent/Blue Air stond het toestel tot 25 maart 1960 op Southend geparkeerd en werd daarbij de hangaar ingerold voor een kort onderhoud en aanbrengen van de opschriften van de nieuwe eigenaar Air Charter. In juli 1960 werd Air Charter een onderdeel van British United Airways en de C-54B Skymaster G-APNH werd daarbij later (in september 1964) verbouwd tot ATL-98 Carvair.
G-APNH DC-4 Euravia, geparkeerd voor de grote hangaar, tijdens draaien van de motoren (Nico Terlouw, Zestienhoven, januari 1960)
De RLD mocht dan wel de Skymaster G-APNH hebben afgekeurd, maar op 21 januari 1960 kreeg Euravia wel toestemming om zonder enige beperking vanaf alle Nederlandse vliegvelden commerciele chartervluchten uit te voeren. Om de geplande vluchten in de zomer van 1960 uit te kunnen voeren (vluchten vanaf Beek naar Italie, Joegoslavie, Zwitserland enOostenrijk) liet men het oog vallen op de drie Convair 240's welke eind 1959 door Fokker waren aangekocht van Pakistan International Airways als onderdeel van de financiering voor een aantal geleverde Fokker F-27 Friendships. Deze drie Convair 240's werden eind 1959 naar Nederland gevlogen en op Ypenburg (bij Avio Diepen voor onderhoud) in opslag gezet en werden in november 1959 ingeschreven als de PH-NHZ (c/n 42 ex AP-AHO), PH-NPB (c/n 75 ex AP-AEF) en PH-NLP (c/n 93 ex AP-AHS). Voor deze toestellen werden door Euravia begin 1960 de registraties PH-EUR, PH-EUS en PH-EUT gereserveerd. Echter ook dit verhaal ging niet door zodat deze nieuwe maatschappij niet van de grond kwam.
G-APNH DC-4 met British UnIted Airways opschriften maar nog met de Euravia staart met uitgewiste Limburse vlag. (archief Wim Zwakhals)
Euravia vlootlijst
CV-240 PH-NKZ (c/n 42) waarvoor de registratie PH-EUR werd gereserveerd werd in 1966 ingeschreven als de N196N. Hier zien we het toestel in 1974 met PCA (Pacific Coast Airlines) titels (archief Wim Zwakhals)
bron: Airnieuw archieven, Herman Dekker 75 jaar Nederlandse Luchtvaartuig Register, maandblad Luchtvaart, ATL-98 history
Wim Zwakhals, mei 2019