Het eerste brandweeroefenobject op Zestienhoven

Slechts een enkel toestel kwam over de weg aan op Zestienhoven. In 1959 was groot transport nodig voor de komst van het eerste brandweeroefenobject op de luchthaven, een ex MLD Martin PBM-5A mariner. 

122602  Martin PBM-5A Mariner   US. Navy  "Oppama"                                                                                                        (archief Wim Zwakhals)

De US. Navy was in 1937 op zoek naar een vervanger van de PBY Catalina. Martin was een van de bouwers van vliegboten en kreeg de opdracht. Na het uittesten van een schaalmodel werd het eerste prototype gebouwd, aangeduid als de XPBM-1 (Experimental Patrol Bomber Martin 1). Er werden onmiddelijk 20 stuks besteld waarbij het eerste exemplaar in februari 1939 zijn eerste vlucht maakte. Deze versie werd aangeduid als de PBM-1 Mariner en had ten opzichte van het eerste prototype een gewijzigde staartvorm en werd voorzien van twee 1600 pk Wright R-2600 motoren en kwamen in 1940 in dienst. Daarna werd een PBM-1 omgebouwd tot PBM-2, een lange afstands ontwerp welke nooit in dienst werd genomen, gevolgd door de PBM-3 een verbeterde versie voorzien van twee Wright R.2600-12 motoren van 1700 pk elk. Deze versie had meer bewapening en hogere brandstofcapaciteit. In verschillende versies werden hier 256 stuks van gebouwd. De PBM-4 was een PBM-3 voorzien van 2700 pk Wright R-3350 motoren.

De laatste versie van de Mariner was de PBM-5 met twee 2100 pk Pratt & Whitney R-2800 motoren en maakte in mei 1943 zijn eerste vlucht. Voorzien van radar en een grotere brandstofcapaciteit werden er 1000 stuks besteld. De meeste toestellen werden ingericht als onderzeebootbestrijder, versies PBM-5E en PBY-5S. Met het beeindigen van de Tweede Wereldoorlog werd de productie gestaakt, waarbij in totaal 628 stuks werden afgeleverd. In 1947 werd het ontwerp aangepast met een hydraulische intrekbaar landingsgestel tot een amfibische vliegboot. Deze versie werd aangeduid als de PBM-5A Mariner waarvan er 36 werden gebouwd.   

16-304  Martin PBM-5A Mariner   MLD                                                                                                                         (archief Wim Zwakhals)

De MLD zocht in begin jaren vijftig naar een opvolger voor de PBY catalina welke dringend aan vervanging toe was. In maart 1954 werden 17 "vrijwel nieuwe" Martin PBM-5A Mariners aangekocht van de US.Navy. Een deel van deze toestellen kwam uit de opslag op Davis-Monthan en de rest was door de US.Navy meer recent uit dienst genomen en werden na revisie tussen november 1955 en september 1957 geleverd aan Nederland en ontvingen de serials 16-300 t/m 16-316. De opleiding werd gestart bij het 321sq op Valkenburg en vanaf maart 1956 werden de toestellen ingezet vanaf Nieuw-Guinea. De Martin Mariner was een groot toestel met een lengte van 23,5 meter en een spanwijdte van 28 meter. Met de aanpassingen van een hydraulisch landingsgestel nam het leeggewicht nog eens met 1900 kg toe. Het toestel kon 25 mariniers meenemen, maar bij deze belading moest vol gas gegeven worden om het toestel uit het water te trekken. De Mariner was een mechanisch ontwerp uit 1937 met een hoog gewicht en met te lichte motoren. De tropische hitte met hoge luchtvochtigheid en het zoute water zorgden voor een slijtageslag waardoor continu toestellen aan de grond moesten blijven staan. De toestellen werden vooral gebruikt in Nederlands Indie waarbij de toestellen voor groot onderhoud naar Nederland werden overgevlogen.

De Martin Mariner bouwde in korte tijd een slechte reputatie op en kreeg de naam "crew killer". In een tijdsbestek van twee jaar werden 6 van de 17 toestellen afgeschreven bij ongelukken.

Op 12 augustus 1957 verongelukte de "16-312" bij Merauke, Nederlands-Indie waarbij 8 leden van de bemanning omkwamen.

Op 11 oktober 1957 werd de "16-307" afgeschreven, hier komen we bij Rotterdam op terug.

Op 22 november 1957 de "16-305" bij een oefenvlucht op het Haringvliet waarbij het toestel onder en te grote hoek het water raakte en over de kop sloeg.

Op 10 september 1958 de "16-303" welke verongelukte, op de terugvlucht naar Nederland, bij Abadan in de Perzische Golf.

Op 10 juni 1959 de "16-306" eveneens op de terugvlucht naar Nederland, welke verongelukte bij een tussenlanding op het eiland Goa doordat de rechtermotor uitviel. Alle leden van de bemanning en drie passagiers kwamen hierbij om het leven.

En tot slot de "16-302" welke op 15 december 1959 in de Paptiti baai, Nieuw-Guinea bij de landing over de kop slaat waarbij de crew van 5 man om het leven kwam.

Dit laatste ongeval leidde tot een vliegverbod van de Martin PBM-5A op 15 januari 1960. De "16-308" bevond zich in Nederland en werd hier gesloopt. De overige toestellen vielen onder de slopershamer op Biak.

 

Martin PBM-5A Mariner op Rotterdam      

16-307  romp van de Martin PBM-5A Mariner   MLD                                                                   (Nico Terlouw, Rotterdam, 1959)

De Martin PBM-5A Mariner 16-307 was een van de drie Mariners welke gestationeerd waren op Valkenburg. In 1957 werden twee van deze drie toestellen afgeschreven. De "16-305" ging, zoals hiervoor beschreven, verloren bij een ongeval op 22 november 1957 bij een oefenvlucht op het Haringvliet. Kort hiervoor, op 11 oktober 1957, werd de "16-307" ingezet bij een vliegshow op Valkenburg. Na een paar keer voorgevlogen te hebben, zette de piloot bij een landing een van de twee motoren uit. Op short final stopte echter ook de tweede motor. De piloot verloor de controle waarbij het toestel licht overtrokken raakte, met een klap de baan raakte en op de baan doorgleed voordat het tot stilstand kwam. Alle vijf bemanningsleden bleven ongedeerd maar het toestel werd afgeschreven. Na ontdaan te zijn van alle bruikbare onderdelen bleef de romp achter. In 1959 werd de romp per dieplader in de nacht van Valkenburg naar Rotterdam overgebracht, waar het toestel naast de kop van de baan in gebruik werd genomen als oefenobject voor de brandweer. Het toestel was daarbij een van de grootste oefenobjecten in Europa. Vergelijkbaar Schiphol moest het toen doen met een Gloster Meteor. Het toestel heeft enige tijd dienst gedaan en werd afgebrand om ruimte te maken voor de aanleg van de taxibaan evenwijdig aan de start- en landingsbaan.

bron: archief Airnieuws, websites Martin PBM-5A Mariner

Wim Zwakhals. fabruari 2024