Internord

Niet veel Deense DC-7 's bezochten de luchthaven. Een van deze uitschieters was Internord in 1966

SE-CNE Douglas DC-7 Internord                                                                                                                 (archief Wim Zwakhals, Bazel, 1966)

Internord A.B. werd op 30 november 1965 opgericht na een samenvoeging van het Deense Aero-Nord en de Zweedse chartermaatschappij Osterman Air. Beide maatschappijen werden 50% eigenaar en brachten daarbij hun DC-7 vloot in de nieuwe maatschappij. Het aandeel van Osterman Air was daarbij de inbreng van vijf Douglas DC-7's (SE-CNE c/n 44143, SE-CNF c/n 44130, SE-CNG c/n 44129, SE-CNH c/n 44140 en SE-CNI c/n 44131). Aero-Nord had slechts twee DC-7B's in bezit de OY-ANA c/n 45402 en OY-ANB c/n 45401 beiden afkomstig van American Airlines en om het aandeel meer in evenwicht te brengen werden nog twee American Airlines DC-7B's aangekocht, welke werden ingeschreven als de OY-ANC (ex N346AA c/n 45399) en OY-AND (ex N357AA c/n 45404). Besloten werd om op 1 januari 1966 onder de nieuwe naam Internord te starten. De toestellen bleven hierbij onder hun Zweedse of Deense registratie doorvliegen en ook binnen de toestellen bleef het personeel in Deense of Zweedse dienst. Pas in maart/april 1966, voor de start van het zomerseizoen, werden alle toestellen voorzien van de nieuwe Internord kleuren en opschriften.

OY-AND  Douglas DC-7B  Internord                                                                                                                           (archief Wim Zwakhals)

Er werden voornamelijk vakantiecharters vanuit Zweden (Stockholm/Bromma) en Denemarken (Kopenhagen/Kastrup) naar het Middellandse zeegebied en Canarische Eilanden gevlogen. Daarnaast ook chartervluchten vanaf Helsinki naar Bazel en bestemmingen in het zuiden en charters binnen heel Europa. De vloot van DC-7's met 99 passagiers was voor deze afstanden zeer geschikt. De DC-7 vloot met bouwjaar 1954/1955 was daarbij al enige jaren in gebruik en in augustus 1966 was men van plan de vloot te vervangen door drie Boeing B-727 100QC's, een bestelling van World Airlines welke niet werd afgenomen. Echter men kreeg de financiering voor deze drie toestellen niet rond.

SE-CNF DC-7 Internord                                                                                                                                                   (archief Wim Zwakhals)               

De vloot van zeven DC-7's bleek te groot voor de maatschappij en eind 1966 werden de twee oudste toestellen SE-CNG en SE-CNH op Stockholm/Bromma uit dienst genomen en werd de SE-CNI als N4193A verkocht aan California Airmotive. Met het uit dienst nemen van de DC-7 SE-CNF in april 1967 bestond de vloot uit vier DC-7B's en een DC-7.

OY-ANI Convair CV-990 Coronado Internord                                                                                                                                       (Palma, 1968)

Begin 1967 werd een contract gesloten met American Airlines over de aankoop van drie Convair CV-990 Coronados. Het eerste toestel, OY-ANI ex N5613 c/n 30-12-25, werd op 28 juni 1967 in gebruik genomen met vluchten naar Palma. Het tweede toestel werd geregistreerd als SE-DDK (c/n 30-10-34 ex N5602) werd op 2 december 1967 afgeleverd, gevolgd door het derde toestel OY-ANL (c/n 30-10-36 ex N5604) op 16 maart 1968. De baan op Stockholm/Bromma was te kort voor het gebruik van de CV-990 zodat Internord in Zweden de activiteiten verplaatste naar Stockholm/Arlanda. De CV-990 Coronado met zijn 149 stoelen werd bij Internord slechts bescheiden ingezet. Daarnaast waren de toestellen duur in onderhoud waardoor de financien van de maatschappij sterk achteruit liepen. Op 30 oktober 1968 werd daardoor besloten alle activiteiten te staken. De drie CV-990 Coronados werden daarbij overgevlogen naar hun verhuurders in Texas. De overgebleven DC-7 (SE-CNE) en DC-7B (OY-ANA, ANB, ANC en AND) vloot werd in opslag gezet op Stockholm/Bromma. Deze DC-7 vloot werd daarna beschikbaar gesteld aan het Rode Kruis voor voedselvluchten in Biafra. DC-7 SE-CNE vertrok daarbij al snel in november 1968. De vier Deense DC-7B's werden eerst in Zweden geregistreerd alvorens aan het Rode Kruis te worden overgedragen. De OY-ANA werd daarbij op 13 mei 1969 SE-ERO, de OY-ANB in april 1969 SE-ERP, de OY-ANC in februari 1969 SE-EDU en de OY-AND in april 1969 SE-ERE.

Internord op Rotterdam

Eenmaal bracht Internord een bezoek aan Rotterdam. Het was de DC-7B OY-ANA welke op maandag 28 november 1966 vanuit Billund om 18.19 uur op Rotterdam aankwam. Het toestel bleef daarna tot  donderdag 1 december op het platform staan, om daarna om 14.03 uur weer met het gezelschap terug te vliegen naar Billund.

OY-ANA Douglas DC-7B Internord                                                                                                     (Nico Terlouw, Rotterdam, november 1966)

Internord vlootlijst


Bronnen: Airnieuws archieven

Wim Zwakhals, april 2021