Vliegboten zijn niet veel te zien geweest op Rotterdam, een van minder bekende vliegtuigtypes is de Lake LA-4.
VH-ARB met c/n 133 een van de 19 gebouwde Colonial C-2 Skimmers (archief Wim Zwakhals)
Het basisontwerp van dit type stamt al vanuit 1944 toen de heren David Thurston en Herbert Lindblad, in dienst bij Grumman, de G-65 Tadpole ontwikkelden. Dit type werd nooit in productie genomen waarna beide heren het idee meenamen en samen in 1946 de Colonial Aircraft Corperation oprichten. Het Grumman ontwerp werd verder uitontwikkeld tot de 3 persoons Colonial C-1 Skimmer. Het had dezelfde vorm echter er werd nu voor de aandrijving een op een nylon pylon geplaatste duwmotor toegepast. Dit prototype, aangeduid als de XC-1 Skimmer, maakte op 17 juli 1948 zijn eerste vlucht voorzien van een 150 pk Lycoming 0-290 motor. Echter het duurde tot 19 september 1955 voordat de type certificering rond was. Daarna werd snel een productielijn opgezet waarbij in 1956 de eerste toestellen werden afgeleverd als de C-1 Skimmer. Deze productieversie was grotendeels gelijk aan het prototype, maar nu voorzien van een 150 pk Lycoming 0-320-A2A motor. Na 24 stuks gebouwd te hebben (c/n 2 t/m 25) werd een nieuwe versie gebouwd, een vierzits versie met diverse verbeteringen en een 180 pk Lycoming 0-360 A1A motor. Hoofdverschillen van deze C-2 Skimmer met de C-1 zijn een grotere staart, nieuw ontworpen cabine, verbeterde drijvers en de sterkere motor. Na de bouw van 19 stuks (c/n 126 t/m 143) werd de productie, door het faillisement van de Colonial Aircraft Corperation, in 1959 gestopt.
N1117L Lake LA-4 180 Skimmer gebouwd in 1963 (Frank de Koster, New Tamiami, 26 januari 1990)
Direct werd in 1959 door Lindblad de Lake Aircraft Corperation opgericht met het doel de productie van de Colonial C-2 Skimmer voort te zetten. Het prototype aangeduid als de Lake LA-4P vloog reeds in november 1959. Dit was een aangepaste C-2 Skimmer (N261B c/n 121) met een grotere spanwijdte (38 ft in plaats van 34 ft) met daarnaast een aantal kleinere modificaties en verbeterpunten. Hierna volgden nog twee prototypes/testmachines die vrijwel gelijk waren aan de LA-4P, nu aangeduid als de Lake LA-4A met een verbeterde vleugelbevestiging en iets kortere boeg.
De eerste productieversie werd aangeduid als de Lake LA-4-180 Skimmer. Gebaseerd op de LA-4A testmachines maar nu voorzien van een langere boeg zodat het neuswiel geheel ingetrokken kon worden. De eerste afleveringen vonden plaats in 1960 waarbij de toestellen voorzien waren van een Lycoming 0-360-A1A motor. Een versie beschikbaar als volledige vliegboot werd aangeduid als de Lake LA-4S. Het prototype N7637L werd gebouwd, echter werd nooit in productie genomen. Hierna volgde de Lake LA-4T welke gelijk was aan de Lake LA-4 met uitzondering van de motor waarbij de Lycoming 0-360-A1D werd voorzien van een Rajay aanjager (turbo charger).
De slechte financiele situatie van de Lake Aircraft Corperation resulteerde in de overname door Consolidated Aeronatics in 1962. Hierbij werd de Lake Aircraft Division opgericht, zodat onder de dezelfde naam kon worden doorgebouwd. De toestellen werden nu gebouwd bij Aerofab op Sanford.
De Lake LA-4 Skimmer vloog goed vanaf land en in de lucht, echter de 180 pk mootor was te licht voor de start vanaf water waarbij alleen met een bezetting van 2 personen goed gepresteerd kon worden.
Dit leidde in 1969 tot de aanpassing van een sterkere motor, een 200 pk Lycoming 10-360-A1B motor. Hierbij werd de aanduiding gewijzigd in de Lake LA-4-200 Buccaneer.
N2882P Lake LA-4-200 Buccaner gebouwd in 1979 (Wim Zwakhals, Oakland, 9 juni 1983)
In 1982 werd een verbeterde versie geintroduceerd, de Lake LA-4-200/EP Bucaneer. Uitgerust met dezelfde Lycoming 10-360-A1B motor, maar nu voorzien van een langere propeller as (EP= Extended Propeller) om het lawaai in de cabine iets te verminderen. Tevens voorzien van een nieuwe motorkap (aerodynamische verbeterd). Sommige Lake-LA-4-180/EP's werden voorzien van verstelbare propeller waardoor het taxieen op het water sterk werd verbeterd. Deze versie werd aangeduid ale de Lake LA-4-180/EPR Buccaneer (EPR= Extended Propeller Reversible).
N8434E Lake LA-4-250 Renegade (Wim Zwakhals, ILA Berlin, 21 mei 1998)
In 1982 werd een sterk verbeterde versie geintroduceerd, de Lake-LA-4-250 Renegade. Voorzien van een sterkere motor een Lycoming IO-540 motor van 250 pk, een grotere romp geschikt voor het meenemen van zes personen in een comfortabele interieur, sterkere vleugel, versterkt onderstel, grotere brandstofcapaciteit en opnieuw modificaties aan de romp en nu voorzien van een drie bladige prop. Het prototype N250L vloog voor het eerste in 1982. Vanaf 1984 was het toestel leverbaar
Gelijktijdig werd een militaire variant op de markt gezet aangeduid als de Lake LA-4-250 Seawolf. Dit was een militaire of para-militaire versie van de Renegade. Hierbij werd het toestel voorzien van ophangpunten onder de vleugel voor het meenenem van wapens of extra brandstof capaciteit. Door deze extra tanks werd een vliegduur van zo'n 12 uur mogelijk. Kenmerkend voor de Seawolf zijn de kleine radar radome op de motorkap en de extra luchtinlaat op het cabinedak voor de motorsteun.
N1401G Lake LA-4-250 Seawolf (Peter Gralla, Parijs-Le Bouget, 1985)
Twee prototypes , N1401G en N1402J, werden gebouwd, echter deze versie werd nooit in productie genomen.
In 1987 werd een Turbo charged variant op de markt gebracht welke werd aangeduid als de Lake LA-4-270T Turbo Renegade voorzien van een 270 pk turbocharged Lycoming TIO-540-AA1AD motor. Kort daarop in 1988 werd gestopt met de bouw van de Lake La-4-200 Buccaneer.
De Lake Renegade was een goed en betrouwbaar toestel, echter gebouwd voor zoetwater. Lake startte met de bouw van een Renegade geschikt voor zoutwater condities, welke werd aangeduid als de Seafury. Het frame en romp werden hierbij bewerkt waarbij alle corrosie beperkende maatregelen werden toegepast. De toestellen werden daarbij op de markt gebracht als de Lake LA-4-250 Seafury en Lake LA-4-270 Turbo Seafury.
Ook van deze nieuwe varianten werden militaire versies op de markt gebracht. Een Renegade voorzien van een 290 pk motor met zes ophangpunten onder de vleugel en een radar in de neus kreeg de aanduiding Lake LA-4-290 Seawolf .
PH-GUP Lake LA-4-200EP Buccaneer (Ale de Boer, Lelystad, 16 mei 1985)
Een Lake LA-4-200 Buccaneer werd ingeschreven in het Nederlandse register. Dit was de Lake LA-4-200EP Buccaneer PH-GUP met c/n 1036 ex N8005X. Op 11 mei 1987 ingeschreven op naam van Wings over Holland op Lelystad. Echter na 14 dagen, op 29 mei 1987, werd het toestel beschadigd bij een waterlanding op het IJsselmeer. Het toestel vertrok op 7 januari 1988 naar Duitsland als de D-ECBE.
Technische gegevens Lake LA-4
EI-ANR Lake LA-4-180 Skimmer (Nico Terlouw, Zestienhoven, 26 augustus 1966)
Lake LA-4 op Rotterdam
Slechts een tweetal Lake LA-4's brachten een bezoek aan Rotterdam. Op 26 augustus 1966 het eerste bezoek en wel van de EI-ANR een Lake LA-4-180 Skimmer met c/n 295. Het toestel werd in 1964 gebouwd en op 17 november 1964 aan zijn Ierse eigenaar afgeleverd, ex N1133L. Het was een van de eerste Lake LA-4's in Europa en werd gebruikt voor demo tours. Zoals de foto laat zien staat op de romp de naam Headfort Aviation, Ireland met de telst Lake Amphibian.
Het tweede bezoek van een Lake LA-4 vond plaats in september 1975 en wel de met 5N-AJE een Lake LA-4-200 Buccaneer. Deze Buccaneer met c/n 623 werd in januari 1975 vanuit Engeland afgeleverd aan de Aero Club of Nigeria. Het stond maar enkele maanden ingeschreven in het Nigeriaanse register want op 5 september 1975 kwam dit toestel op Rotterdam aan als tussenstop op weg naar Engeland. Op 8 september 1975 vertrok het toestel naar Lydd en werd daarbij ingeschreven als G-BCKI.
5N-ALE Lake LA-4-200 Buccaneer (David Booster, Rotterdam, 5 september 1975)
bron: archief Airnieuws, Airlife's General Aviation, Nederlands register Herman Dekker
Wim Zwakhals, juli 2024