Morton Air Services

Lijndienst

London Croyden/Gatwick - Rotterdam

van 1/10/1958 tot 1/7/1960

Morton Air Services


DH-104 Dove

G-AJBI, G-AJDP, G-AKJR, G-ANAN, G-ANVC

DH-114 Heron

G-AOGO, G-AOXL, G-APKT

G-AMYO DH-104 Dove 1B in de kleuren van Morton Air Services                                                                                                     (archief Wim Zwakhals)

Medio 1956 meldde zich een derde Engelse luchtvaartmaatschappij bij de exploitant van de nieuwe luchthaven, de gemeente Rotterdam. Morton Air Services wilde met een tweemotorige DeHavilland DH-104 Dove een lijndienst openen tussen de Londonse luchthaven Croyden en Rotterdam. De eerste vlucht met deze 8/11 zitter werd uitgevoerd op 17 september 1956 met de Dove G-AMYO. Officieel ging de lijndienst van start op de openingsdatum 1 oktober 1956. Vanaf deze datum werd tweemaal per dag gevlogen met een ochtend en een avondvlucht. De ochtendvlucht vertrok daarbij zowel vanaf London naar Rotterdam (vluchtnummer MT1) als vanaf Rotterdam naar London (MT2), zo ook de avond vlucht (zie de bijgesloten time-table voor de nader gegevens. Vanaf mei 1957 werd eveneens de grotere DH-114 Heron (14/17 zitplaatsen) ingezet.

                                                             

Winter time tabel van het jaar 1959, na de start vanaf London-Gatwick                                                              (bron: timetable images)

Op 30 september 1959 werd de luchthaven Croydon gesloten en werden de activiteiten verplaatst naar de nieuwe luchthaven London-Gatwick. De laatste lijnvlucht vanaf Croyden werd uitgevoerd door DH-114 G-AOXL welke om 18.38 uur vertrok richting Rotterdam. Vanaf 1 oktober werd de lijndienst uitgevoerd vanaf Gatwick waarbij het de Dove G-AKST was welke die dag de eerste vlucht richting Rotterdam uitvoerde.
Medio 1959 maakte Morton bekend dat de maatschappij een overeenkomst had gesloten voor een snelle verbinding vanaf Rotterdam met de Verenigde Staten. Passagiers werden door Morton met de DH-114 naat Gatwick gevlogen waarna zij direct in konden stappen in de nieuwe B-707 verbinding van Pan Am. Het vertrek van Rotterdam was daarbij om 8.30 uur en de passagiers kunnen daarbij de Pan Am vlucht nemen die om 11.00 uur vanaf Gatwick vertrok. De Rotterdam- New York verbinding was daarbij zes uur korter dan de directe verbinding tussen Schiphol en New York per KLM DC-7C.
Op 1 juli 1960 werd Morton Air Services opgenomen in de British United Airways Group en werd de dienst al snel overgenomen door de Viscounts van BUA.

G-AOXL DH-114 Heron 1B Morton Air Services op Zestienhoven                                                               (Nico Terlouw, Rotterdam, 1957)

Mortom Air Services was een van de eerste luchtvaartmaatschappijen welke direct na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht. De maatschappij werd genoemd naar zijn oprichter Capt.T.W.Morton. Vanaf januari 1946 werden chartervluchten uitgevoerd vanaf de thuisbasis London-Croydon met twee DH-89 Dragon Rapides later gevolgd door Airspeed AS-65 Consuls. In 1948 werd de eerste DeHavilland DH-104 Dove aangeschaft, nieuw van de fabriek werd op 8 maart 1948 afgeleverd de G-AKST, een jaar later (4/4/1949) gevolgd door de G-AJBI afkomstig van Hunting Air Travel. In mei 1950 werd de eerste lijndienst geopend met een verbinding tussen Bristol en Jersey/Guernsey en werd een derde DH-104 Dove aangeschaft, de G-AJDP eveneens afkomstig van Hunting Air Travel. Het lijnnennet werd in 1951 uitgebreid met een dienst tussen Croydon en Oostende, gevolgd in 1953 door verbindingen van Croyden met Jersey, Guernsey en Le Touquet. De DH Dove vloot was inmiddels uitgebreid tot acht stuks met de aanschaf in 1953 van de G-AKJR (ex Cambrian AS), G-ANAN (ex EP-ACH Iranian Surveys), gevolgd in 1954 door de aanschaf van de G-AMYO (ex Hunting Aerosurveys) en G-ANVC (ex VR-NIT West African Airways) en de huur van de G-ANPH van Atlantic Air.
Naast de lijndiensten werden charter en ambulance vluchten uitgevoerd maar werden ook DH Doves voor langere tijd verhuurd aan Burmah Oil waarbij in de periode tussen 1950 en 1961 de G-AJBI, G-AFDP, G-AKST, G-ANAN en G-ANVC als respectievelijk XY-ACE, XY-AER, XY-ACV, XY-ADE en XY-ADI verhuurd werden en aan Pakistan Oil Comp. in de periode 1962-1966 met de verhuur van de G-AJBI, G-AKJR, G-AKST en G-ANVC als resp. AP-AFT, AP-AGJ, AP-AFE en AP-AGT.
In 1954 bestond het lijnnennet uit de diensten tussen Croydon en Jersey, Guernsey, Le Touquet en Deauville en werden er 26.600 passagiers vervoerd.
Verdere uitbreiding van het lijnnennet in 1956 bestond uit de dienst op Rotterdam en dit was tevens de eerste dienst welke door Morton het hele jaar door gevlogen werd. Deze dienst was vanaf het begin een groot succes en al binnen acht maanden werd de grotere DH-114 Heron ingezet. Hiervoor werd aangekocht de DH-114 Heron G-AOXL van Field Aircraft Services welke op 3 mei 1957 aan Morton werd afgeleverd. Door de week werd deze Heron veel ingezet op de dienst naar Rotterdam maar in de zomermaanden werd in de weekends deze Heron ingezet op de vluchten naar Jersey en Guernsey. In 1958 werd een dienst gestart tussen Croydon en Brawdy welke 2x per week gevlogen werd. In januari 1959 werd een tweede Heron aan de vloot toegevoegd, de G-AOGO afkomstig van Cambrian. Daarnaast werd het lucratieve contract voor het dagelijks vervoer van kranten naar Jersey en Guernsey verkregen.
In 1958 werd Morton Air Services overgenomen door de Airwork Group maar Morton bleef daarbij onder eigen naam doorvliegen.

Op 31 oktober werd het eerste toestel van Morton afgeschreven, het was de G-AKST welke tijdens een verhuur aan Burmah Oil geparkeerd stond in een hangaar op Chittagon toen daar een cycloon overtrok en de hangaar vernielde. De vloot werd in 1961 uitgebreid met een derde Heron, de G-APKT van Eagle Aircraft Sales.   
Op 1 juli 1960 werd Morton Air Services een onderdeel van de British United Airways Group en werd de dienst tussen London en Rotterdam overgenomen door British United Airways. Morton bleef echter binnen deze groep onder de eigen naam doorvliegen en kreeg daarbij de diensten op Jersey en Guernsey en Le Touquet toegewezen. In 1962 werd de BUA Group verder uitgebreid door het integreren van Jersey Airlines en Silver City. Hierbij werden weer enkele veranderingen doorgevoerd. De voormalige Jersey Airlines diensten tussen Alderney en Gatwick en Southampton en Swansea met Exeter en Gatwick werden aan Morton toegewezen waarbij gelijk drie DC-3 Dakota's (G-AMHJ, G-AMRA en G-AMSV) vanuit BUA en de DH Dove G-AOYC werden overgedragen aan Morton AS en met de verkoop van de DH-104 Dove G-AJDP aan Bristow Helicopters bestond de Morton vloot nu uit 3 DC-3's, 3 Heron's en 8 Dove's. De drie Dakota's werden vrijwel geheel ingezet voor het vrachtvervoer van en naar de Kanaal Eilanden met een enkele keer een ombouw tot passagierskist.
In augustus 1964 kocht Morton de vier DH-114 Heron's aan van Aviaco waarbij de EC-ANY, EC-AOB, EC-AOC en EC-AOF werden ingeschreven als respectievelijk de G-ASUZ, G-ASVA, G-ASVB en G-ASVC. De laatste twee genoemde Herons werden nooit door Morton in gebruik genomen en binnen drie maanden doorverkocht aan Fiji Airways als de VQ-FAE en VQ-FAF. Met de komst van deze Herons moest de Heron G-APKT het veld ruimen en vertrok in december 1964 naar Sierra Leone Airways als 9L-LAG. Hoewel Jersey Airlines al in 1962 werd overgenomen door de BUA Group bleven de beide DH-114 Herons G-ANSZ en G-ANWZ van Jersey Airlines onder de oude naam doorvliegen. Echter in 1965/1966 verdween ook deze naam van het toneel waarbij deze Heron's werden overgedragen aan Morton, gelijktijdig met de overname van de lijndienst tussen Jersey en Plymouth.
Vanaf 1965 werd naast Gatwick eveneens Southend als thuisbasis gebruikt en werd vanaf mei 1965 gestart met de dagelijkse lijndienst tussen Southend en Antwerpen in opdracht van de Ford Motor Comp.een lijndienst die gestart werd met een DH-114 Heron waarbij in december 1965 de Heron vervangen werd door de DC-3 Dakota om zowel vracht als passagiers te kunnen vervoeren. De Dakota vloot van Morton werd daarbij in november 1965 uitgebreid met twee DC-3 Dakota's eveneens afkomstig van British United, de G-AMYJ en de G-AOUD.

G-AMYJ DC-3 Dakota Morton Air Services op Zestienhoven                                                              (Nico Terlouw, Rotterdam, 12 mei 1968)

In 1966/1967 werden de eerste toestellen van Morton Air Services uit dienst genomen. Als eersten werden de DH-104 Dove's G-ANVC, G-AJBI en de AP-ACJ (de ex G-AKJR nog voorzien van de opschriften Pakistan Petroleum Ltd) buiten gebruik gezet op London-Gatwick. Alle drie de Dove's werden in 1967 aangekocht door Channel Airways die daarop de DH-104 Dove's over de weg naar Southend vervoerde. Ook werd Dove G-ANPH geretourneerd aan Atlantic Air.

Vanaf 1967 vloog Morton de dienst tussen Jersey en Plymouth, de dagelijkse dienst Swansea-Exeter-London/Gatwick en Alderney -Guernsey. In het zomerseizoen werd dagelijks gevlogen tussen Alderney en Gatwick en Southampton. In 1968 werden alle diensten overgedragen aan Aurigny Air Services waarbij de dienst vanaf Swansea werd gestaakt. Dit was de volgende reorganisatie binnen de BUA Group waarbij nu ook de naam van Morton Air Services zou verdwijnen. Op 1 november 1968 werd Morton Air Services een onderdeel van British United Island Airways waarbij de vijf DC-3 Dakota's en vier DH-114 Herons (G-ANSZ, G-AOXL, G-ANWZ en G-AOGO) werden overgedragen. De overgebleven DH-104 Dove's G-AMYO, G-ANAN en G-AOYC werden in december 1968 verkocht aan Alares Development Comp. Als laatste vonden de overgebleven Heron's een nieuwe eigenaar, waarbij de G-ASUZ en G-ASVA verkocht werden aan Executive Air Engineering. De drie door Channel Airways aangekocht Dove's werden nooit in gebruik genomen en uiteindelijk op Southend in het begin van 1970 gesloopt.

Daarmee werd het Morton Air Service verhaal afgesloten.

Charters op Zestienhoven

Na de overname van de lijndienst door BUA in juli 1960 werden in de begin jaren zestig de Dove's en Herons een enkele keer per jaar gezien op Zestienhoven. De volledige movements over de periode 1960 - 1964 ontbreken zodat we de draad oppakken in 1965. In dat jaar konden we bezoeken noteren van de Herons G-ASUZ, G-ASVA en de Dove's G-ANAN en G-AJBI. Driemaal bracht een vrachtcharter een Dakota naar Rotterdam, de eerste maal op 9 juni met de G-AMRA voor een retour Cardiff en een tweede bezoek op 2 juli. Het derde bezoek op 9 december met de G-AMHJ vanaf Southend. Met de uitbreiding van de Dakota vloot met de G-AMYJ en G-AOUD welke eveneens met stoelen werden voorzien zien we in 1966 een aanzienlijke toename van de bezoeken van Morton aan Zestienhoven. De start werd gegeven door de G-AMSV welke op 27 januari op 14.10 uur binnen kwam vanaf Billund om na een uur weer richting Gatwick te vertrekken. Gevolgd door de G-AMHJ welke op 9 maart met een charter richting Southampton vertrok. De G-AMRA werd gezien op 3 mei en 9 juni en de nieuwkomers aan de vloot, de G-AMYJ, liet zich voor het eerst zien op 30 april met een retourtje Gatwick gevolgd door de G-AOUD op 27 juni. Het waren vooral vluchten van en naar Engeland met uitzondering op 26 september toen de G-AOUD om 9.20 uur neerstreek uit Hannover om daarna om 10.40 uur naar Dublin te vertrekken en de G-AMHJ die komende vanuit Aalborg naar Southend vertrok. Slechts twee bezoeken met de Morton Herons dat jaar op 16 maart met de G-ASVA en 15 september met de G-ASUZ .
In 1967 werden de Mortons Dakota's G-AMHJ en G-AOUD ingezet om de Engelsen een dagje naar de bloembollenvelden te vervoeren. Morton vloog daarbij in de periode 22 april t/m 12 mei op zaterdag en zondag een dagretour vanaf Gatwick. De Dakota's kwamen daarbij altijd tussen kwart voor tien en tien uur 's ochtends aan om tussen half acht en acht uur 's avonds weer richting Gatwick te vertrekken. Zo werden er negen vluchten dat jaar gemaakt. Naast deze vluchten maakte de G-AMHJ op 3 maart nog een vlucht komende uit Düsseldorf met vertrek richting Antwerpen en werden de G-AMRA en G-AMSV op respectievelijk 4 en 15 december ingezet op een vrachtcharter vanaf en naar Gatwick. De Dove G-AMYO streek op 24 januari neer met een gezelschap uit Southend welke een dag later weer terug gevlogen werd. Naast de Dove G-ANAN maakten ook de Herons G-AOXL en G-ASVA enkele retourtjes Gatwick.
In 1968 was Morton voor het laatst op Zestienhoven te zien. De Dakota G-AMYJ beet hierbij de spits af op 10 februari met een retourtje Gatwick (21.25 uur in en 21.55 uur uit), gevolgd door een vrachtcharter van de G-AMRA op 29 maart. De Dakota's G-AMYJ en G-AOUD voerden daarbij tussen 7 april en 12 mei weer met 12 weekend vluchten hetzelfde bollenprogramma uit. DH Dove G-ANAN ondersteunde de Dakota tijdens een bollenvlucht op 4 mei. Slechts één keer, en tevens voor de laatste keer was een Morton Heron dat jaar te zien, G-ASUZ kwam op 22 april vanaf Gatwick aan om 10.43 uur richting Caen te vertrekken, het gezelfschap kwam om 18.10 uur weer terug uit Caen waarna de Heron weer naar zijn thuisbasis Gatwick vertrok.
De Dakota G-AOUD was daarbij op 12 mei de laatste Morton kist die om 19.28 uur vanaf Rotterdam vertrok.


G-AOUD DC-3 Dakota Morton Air Services op Rotterdam tijdens de bollenperiode.                             (David Booster, Zestienhoven, mei 1968)

Morton Air Services vlootlijst  

(Dove's, Herons en Dakota's

DH-104 Dove AP-AGJ werd na zijn verhuur aan Pakistan Petroleum niet meer door Morton Air Services in gebruik genomen en werd verkocht aan Channel Airways. Hier zien we de Dove op Southend in het eind van de jaren zestig.                                    (Nico Terlouw, Southend, 1968)

Wim Zwakhals, september 2009