NLM

Lijndienst

In het midden van de jaren zestig werd besproken op welke manier een binnenlands luchtvaartnet kon worden opgezet. Op 29 augustus 1966 werd gestart met de uitvoering van de diensten, voorlopig voor een proefperiode van twee jaar, verzorgd door de Nederlandse Luchtvaart Maatschappij (NLM), een 100% dochter van de KLM. Het luchtnet verbond Amsterdam met Rotterdam, Eindhoven, Maastricht, Enschede en Groningen.

PH-KFA Fokker F-27-300M Troopship in de NLM kleuren                                                                          (archief Frank de Koster, Zestienhoven, 1967)

Ook deze lijndienst was een van de kortlopende lijndiensten vanaf Rotterdam in het midden van de jaren zestig. Zoals onderstaande dienstregeling laat zien werden alle genoemde steden meegenomen in twee verbindingen, Rotterdam was hierbij een onderdeel van de zuidelijke verbinding.

Amsterdam - Rotterdam - Eindhoven - Maastricht          

van 29 /8/1966 t/m 31/10/1968

NLM

Fokker F-27 Friendship

PH-KFA, PH-KFB,


Na de evaluatie periode van twee jaar werd besloten de tussenstop op Rotterdam, wegens te geringe belangstelling, met ingang van de winterdienstregeling op 1 november 1968, stop te zetten.

De Fokker F-27-200 Friendship PH-SAD nog in de kleuren van Schreiner met NLM titels in de staart.                     (Nico Terlouw, Schiphol, 1968)

NLM

Begin 1966 werden er vergevorderde gesprekken gevoerd tussen de KLM, Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Chef Luchtmachtstaf over het invoeren van een binnenlands luchtvaartnet. Deze orienterende besprekingen betroffen het weer opstarten van de driehoeksverbinding Schiphol- Eelde- Beek met de mogelijkheid tot het opnemen van Rotterdam en Eindhoven in dit net.

Winstbejag hebben aan deze plannen zeker niet ten grondslag gelegen. Het vorige lijndienstennet werd in 1949 door oplopende verliezen gestaakt en ook de ervaringen van Schreiner Airways in de periode september 1963 tot september 1965 toonden aan dat dergelijke diensten alleen met veel subsidie gevlogen konden worden. Het opzetten van een binnenlands lijnennet was puur het gevolg van zekere wensen uit de regering en provinciale belangen. Zeker voor toestellen van het kaliber Fokker F-27 Friendship, die 40 tot 52 zitplaatsen bevatten, waren deze routes te kort en in vergelijking met het grondvervoer te gering van economische exploitatie. Het politieke verlangen was om de meest afgelegen provincies dichter bij het zwaartepunt van het land te brengen.

De KLM had hierbij zijn eigen strategie voor het opzetten van een binnenlandse luchtlijn. Vanuit het zuiden en oosten van het land verloor de KLM passagiers naar een voor hen veel beter bereikbare luchthavens als Dusseldorf en Brussel. Het kleinste toestel van de KLM was op dat moment de Vickers Viscount, welk veel te groot was voor dit lijnennet. Maar door twee Fokker F-27 Troopships van de Koninklijke Luchtmacht in te zetten en daar ook het onderhoud uit te laten voeren, werd een oplossing voor dit laatste probleem gevonden.

Zo werd in augustus 1966 de N.V. Nederlandse Luchtvaart Maatschappij opgericht, als 100% dochter van de KLM en met de twee van de KLu in bruikleen gestelde Fokker F-27 Troopships PH-KFA (c/n 10159, ex C-9) en PH-KFB (c/n 10161, ex C-11) werd op 29 augustus 1966 gestart met het lijnennet. De beide Troopships werden voorzien van complete blauw/witte KLM kleuren met NLM opschriften en daarbij aangepast voor het vervoer van 36 passagiers. Uitgangspunt bij de dienstregeling was dat heen en terugreizen op dezelfde dag mogelijk moest zijn. Bovendien werden de aankomst- en vertrektijden dusdanig gekozen dat men zoveel mogelijk aansluiting had op de voornaamste internationale doorverbindingen. De KLM verzorgde het personeel bij de NLM. In verband met de korte duur van de vluchten werden geen maaltijden verstrekt, maar werd alleen koffie geserveerd. De opzet gold voor een proefperiode van twee jaar. Tweemaal per dag werd van maandag tot en met vrijdag een noordelijke route (Schiphol - Twente - Eelde) en een zuidelijke route (Schiphol - Zestienhoven - Welschap - Beek), gevlogen met een zondagavond vlucht om de toestellen maandagmorgen weer op de startplaats gereed te hebben. Onderhoud van de toestellen werd uitgevoerd in het weekend. In de wintermaanden 1966/1967 moesten talrijke vluchten naar de luchthaven Beek worden gestaakt daar dit veld geen Instrument Landing System (ILS) had en slecht bereikbaar was. Dit leverde dusdanig grote verliezen op, daar de passagiers per bus vanaf Beek naar Eindhoven moesten worden vervoerd, dat de NLM aankondigde deze dienst in de wintermaanden te staken. De Rijksluchtvaartdienst gaf hierop direct zijn instemming tot het aanbrengen van een ILS op de luchthaven. In het tweede jaar werd op de noordelijke lijn een derde vlucht toegevoegd en op de zuidelijke route werd op vrijdag een derde vlucht toegevoegd.

In het eerste bedrijfsjaar werden ruim 50.000 passagiers vervoerd. In het eerste jaar was de bezetting op de noordelijke lijn 48,1 % en 38,2 % op de zuidelijke lijn. Ruim 40% waren reizigers die de KLM gebruikten om vanaf Schiphol hun verdere bestemming te bereiken.

Nadelen van het gebruik van de Fokker F-27M Troopships van de Luchtmacht waren dat de toestellen niet buiten de landsgrenzen mochten opereren waardoor het luchtnet niet tot plaatsen net buiten de landsgrens kon worden uitgebreid.

In december 1967 werd de vloot uitgebreid met een derde Fokker F-27 Friendship. Na het faillissement van Schreiner Airways werd de PH-SAD (c/n 10272) door de KLM overgenomen. Het toestel bleef echter vliegen in de Schreiner kleuren met de maatschappijnaam NLM in de staart. Op 19 september 1968 werd het toestel verhuurd aan Fokker voor verhuur aan Euralair, een verhuur periode van enkele maanden tot 2 november 1968. Hierbij trad een onmiddellijk te kort aan beschikbare toestellen op, welk werd opgelost door voor een periode van een week (23/9/68 - 30/9/68) de nog niet afgeleverde Fokker F-27-600 PH-FMP (c/n 10368) van Fokker in te zetten. Dit toestel was geheel voorzien van de kleuren van PIA, zonder opschriften.

Met ingang van de winterdienst regeling op 1 november 1968 werd Rotterdam, zoals vermeld, uit het schema genomen. De Fokker F-27 Friendship PH-SAD welke op 2 november bij de KLM na zijn verhuur aan Fokker terugkeerde werd nu voorzien van complete KLM kleuren met KLM opschriften. Het toestel stond nu ter beschikking als back/up voor NLM vluchten, en was beschikbaar voor charters en werd ingezet op kortlopende verbindingen zoals Schiphol- Dusseldorf.

Met ingang van de zomerdienstregeling in 1971 werd het vluchtschema op 4 vluchten per dag gebracht. In 1972 werden de beide F-27-300M Troopships PH-KFA en KFB vervangen door drie Fokker F-27 Friendships srs 200 van Balair, de PH-KFC (c/n 10200 ex HB-AAU, PH-KFD c/n 10276 ex HB-AAV en PH-KFE c/n 10351 ex HB-AAX. De Troopships hadden acht ramen en konden daardoor slechts met 36 stoelen worden uitgerust. De F-27 Friendship heeft 10 ramen in de romp waardoor het aantal stoelen op 48 kon worden gebracht. Inmiddels was het nieuwe kleurenschema bij de KLM geintroduceerd, de blauwe romp, waarbij alle drie de Friendships van dit kleuren schema werden voorzien. Ook de PH-SAD werd kort daarop van dit nieuwe kleurenschema voorzien. Inmiddels werd de KLM diensten van Schiphol naar Dusseldorf en Brussel door de Friendships van de NLM uitgevoerd. In 1974 werd de vloot verder uitgebreid met de komst van twee F-27 srs 200 afkomstig van ATI (Aero Transporti Italiano). De I-ATIM (c/n 10249) werd daarbij in mei 1974 in gebruik genomen als de PH-KFG, gevolgd door de I-ATIS (c/n10256) als PH-KFH in november dat jaar. Met deze vlootuitbreiding konden enkele nieuwe diensten worden gestart, vooral op verzoek van Philips vanaf Eindhoven. Zo werd in april 1974 gestart met een dagelijkse verbinding Eindhoven - Hamburg en in februari 1975 met de verbinding Eindhoven - London-Gatwick. Op 1 april 1975 werd gestart met de verbinding Eelde - Bremen, echter deze werd eind 1975 gestopt daar slecht 94 passagiers van deze verbinding gebruikt gemaakt hadden. In september 1975 werd de verbinding Eindhoven - London/Gatwick doorgetrokken naar Beek.

PH-KFH F-27-200 Friendship in de nieuwe kleuren, blauwe romp en witte staart                                             (David Booster, Rotterdam, 1 juli 1976)

Na tien jaar werd besloten de naam van Nederlandse Luchtvaart Maatschappij te veranderen in NLM City Hopper. Deze naamsverandering ging per 1 januari 1977 in, waarbij de naam City Hopper al gebruikt werd met ingang van de winterdienstregeling per 1 december 1976.

Charters op Zestienhoven

PH-KFB F-27 -300M Troopship NLM                                                                                                                                    (David Booster, Rotterdam, 1969)

De beperking dat de F-27 Troopships PH-KFA en KFB alleen binnen de landsgrenzen mochten worden ingezet, betekende dat het aantal charters waarbij de toestellen, naast de lijndiensten, beperkt bleef. De eerste keer dat de F-27 PH-KFA op Rotterdam te zien was, was enkele dagen voor de start van de lijndienst waarbij op 16 augustus 1966 een retour naar Beek gevlogen werd. Ook in 1967 een minimum aan charters en wel op 10 januari met de PH-KFA afkomstig uit Twente en vertrokken naar Schiphol, de PH-KFA op 4 augustus met een vlucht naar Eindhoven en de PH-KFB op 21 december komende vanaf Eindhoven.

Op zondag 31 maart 1968 werden zowel de PH-KFA als KFB ingezet voor een retour naar Eelde, 11.45 uur heen, 18.00 uur terug. De F-27 PH-SAD werd op 16 september eveneens ingezet voor een dagretour naar Eelde en dat enkele dagen voor het vertrek naar Fokker Een aardige charter werd uitgevoerd door de PH-FMP welke op 23 september vanuit Twente aankwam en leeg vertrok naar Schiphol. In 1969 en 1970 werden de PH-KFA,KFB en SAD ingezet bij binnenlandse charters en rondvluchten. Op 27 december 1970 voerde de PH-SAD in KLM kleuren een charter uit naar Southampton. In 1971 en 1972 waren de NLM F-27's vooral te zien als uitwijker wanneer Schiphol gesloten was.

In 1973 wat meer variatie van de NLM op Rotterdam. Op 21 maart bracht de F-27 PH-KFE een groep van 40 passagiers naar London/Heathrow, waarbij de groep op 26 maart werd teruggebracht door de PH-KFC. De Friendship PH-KFD was op 6 oktober 1973 voor het eerst op Rotterdam te zien als uitwijker en werd op 1 en 2 december ingezet op een groep van 43 personen vanuit Eelde aan te voeren en een dag later terug te brengen. In 1974 zagen we de PH-KFD, KFE en SAD alleen als uitwijker en in 1975 werden 5 charters uitgevoerd met de komst van de PH-KFG op 31 januari, daarna de PH-KFD en KFE 4x in de periode 14 september tot 1 oktober.

In 1976 brachten de Friendships van de NLM de meeste bezoeken aan Rotterdam. Naast de PH-KFC in januari als uitwijker, voerde de PH-KFH op 10-11 maart een retourvlucht uit naar Perpignan en de PH-KFE op 26 en 17 april een retour Stuttgart. In de periode 13 mei tot en met 18 augustus werd de wekelijkse aflossingsvlucht voor de baggeraars Rotterdam - Le Havre vv gevlogen waarbij de PH-KFC, KFD, KFE, KFG, KFH en PH-SAD werden ingezet.


De ex Balair F-27 Friendship 200 PH-KFC in de nieuwe NLM kleuren                                                                  (Wim Zwakhals, Rotterdam, juni 1976)

NLM vlootlijst  

De PH-FMP Fokker F-27-600 Friendship voorzien van PIA kleuren werd een week van Fokker gehuurd en daarbij ingezet bij een NLM charter    (David Booster, Rotterdam, 23 september 1968)

bron: archieven Airnieuws, Avia, vlieggids Rotterdam

Wim Zwakhals, december 2019