In de begintijd van Zestienhoven, eind jaren vijftig, staan namen genoemd van luchtvaartmaatschappijen die maar bij een enkeling tot de verbeelding spreken. Een van deze namen is North South Airlines
Het eerste toestel met North South Airlines opschriften was de DH-114 Heron G-ANCI (Nico Terlouw, Rotterdam, 1959)
Op 5 maart 1959 vloog Lord Carthorpe (oprichter en Managing Director van Overseas Air Transport) de DH-114 Heron G-ANCI terug van Cardiff naar Southend na beeindiging van de verhuur aan Cambrian Airways. Op Cardiff werden de Cambrian opschriften verwijderd en de naam van North-South Airlines aangebracht. Vanuit Southend werd de Heron overgevlogen naar Leeds, de thuisbasis van deze nieuwe maatschappij en eind maart 1959 werd gestart met het uitvoeren van ad-hoc passagiers- en vrachtcharters, waarbij de maatschappij op 29 maart 1959 officieel als luchtvaartonderneming werd ingeschreven. Het eerste toestel, de DH-114 Heron G-ANCI, werd gehuurd van Overseas Air Transport, waarbij het vaak Lord Carthorpe zelf was die de vluchten uitvoerde.
Op 6 juni 1959 werd gestart met een reguliere lijndienst van Leeds naar Bournemouth, gevolgd door diensten zoals enkele malen per week van Leeds via Exeter naar Sandown. In 1959 werden naast deze lijndiensten, vooral in de weekends, charters uitgevoerd met bestemmingen als Jersey, Guernsey en Rotterdam. In 1960 werden steeds meer vluchten voor Overseas Air Transport gevlogen en om dit te kunnen blijven doen werd in februari 1960 een tweede DH-114 Heron, de G-AOZN, ingehuurd. Voor het zomerseizoen van 1960 had North-South een aantal contracten in de wacht gesleept voor het uitvoeren van passagierscharters vanaf Leeds naar Bazel, Oostende en Rotterdam. Voor deze vluchten werd in april de Bristol B-170 Freighter Mk.21 G-AHJD aangekocht van Eagle Aircraft Sales, een van de weinige Bristol Freighters geheel ingericht voor het vervoer van passagiers. Het toestel kon hierbij 32 passagiers vervoeren.
1960 werd een druk jaar voor North-South waarbij beiden Herons en de Bristol Freighter op vele velden in Europa te zien waren. De lijndiensten kregen een steeds hogere bezettingsgraad en nieuwe diensten werden aangevraagd: van Leeds naar Leavesden en de eerste internationale dienst naar Kopenhagen. Tegelijkertijd werd uitgekeken naar groter materiaal en met Handley Page werden serieuze gesprekken gevoerd over de aanschaf van een Herald.De Bristol B-170 G-AHJD werd slechts een aantal maanden gebruikt en werd van 27 april t/m 24 juli 1960 verhuurd aan Air Condor, daarna weer enige maanden in dienst van North- South om na het zomerseizoen voor verhuur op 7 september 1960 naar BKS te vertrekken.
Het seizoen 1961 begon niet best voor North-South daar vlak voor de start van het zomerseizoen Mercury Airlines, de opvolger van Overseas Air Transport, de beide gehuurde Herons opeiste. Door het vertrek van de Herons G-ANCI en G-AOZN in juni respectievelijk april 1961 en de Bristol G-AHJD die nog steeds verhuurd was aan BKS Air Transport, zat North-South ineens zonder vliegtuigen. Dit werd opgelost door direct een DH-114 Heron, de G-APKU, van Eagle Aircraft Services in te huren tezamen met de Bristol B-170 Freighter G-AGPV evenens van Eagle die ook voor passagiersvervoer ingericht was. Ter versterking van de vloot werd in juli 1961tevens een DC-3 Dakota aangekocht, dit werd de G-ALXF van BEA en werd een maaand later een tweede Dakota, de G-ALYF, ingehuurd van British Westpoint Airlines. Met de terugkeer van de B-170 Freighter G-AHJD van de verhuur aan BKS in juli was de vloot weer op sterkte. Met deze nieuwe toestellen werden de lijndiensten van Leeds naar Bournemouth, Exeter en Sandown en van Exeter naar Hurn en Sandown uitgevoerd.
Na het zomerseizoen werd op 25 september 1961 de laatste zomerlijndienst uitgevoerd, waarna de Heron G-APKU op 7 oktober 1961 na zijn verhuur terugkeerde en aan British United Airlines werd afgeleverd. De gehuurde DC-3 Dakota G-ALYF werd in augustus geretourneerd aan Westpoint Airlines, evenals de gehuurde Bristol Freighter G-AGPV en de Dakota G-ALXK vertrok naar Rhodesië voor het uitvoeren van charterwerk. Door financiële problemen was de eigen Bristol B-170 Freighter G-AHJD al in juli 1960 verkocht aan Trans European, maar direct weer terug verhuurd. In augustus 1961 vertrok ook dit toestel en waren er geen toestellen meer beschikbaar voor het uitvoeren van het charterwerk.
G-AHJD was een van de weinige Bristol Mk.21A Freighters die als passagierskist was ingericht. Met de opschriften van North-South Airlines bracht dit toestel in 1960 enkele bezoeken aan Zestienhoven (Nico Terlow, Zestenhoven, 1960).
Gedurende het laatste actieve seizoen werd de ATLB (het Ministerie welke de lijndienstvergunning uitgaf) overstelpt met klachten van reizigers over het uitvallen van lijndiensten ten gevolge van het gebrek aan vliegtuigen en dreigde daarbij de vergunningen van North-South Airlines in te trekken. De maatschappij besloot eind 1961 zelf tot een reorganisatie waarbij een nieuwe directeur werd aangesteld en de lijndiensten konden worden behouden. Hoewel er voor 1962 een verdere uitbreiding van het lijndiensten net op de agenda stond en er reeds een aantal contracten voor vakantiecharters was aangegaan, moest de maatschappij op 12 maart 1962 alle activiteiten staken toen een aantal schuldeisers bij de rechter hun geld opeisten. Door het tegenvallende seizoen en de inhuur van vele vliegtuigen kon aan de eis tot betaling van 7000 pond niet worden voldaan en werd de maatschappij failliet verklaard.
North- South Airlines op Zestienhoven
North-South was kort na de oprichting in 1959 op Zestienhoven te zien met de DH-114 Heron G-ANCI. In 1960 werden vanaf Leeds passagiersvluchten uitgevoerd met zowel de DH-114 G-ANCI als met de Bristol Freighter G-AHJD. In 1961, het laatste jaar dat North-South Airlines bestond, waren zowel de DH-114 Herons G-ANCI als G-APKU op Rotterdam te zien, alsmede de Bristol B-170 Freighter G-AHJD die nog was voorzien van de kleuren van BKS.
North- South Airlines vlootlijst
G-ALXK Douglas C-47B Dakota North South Airlines (foto via MAP)
Wim Zwakhals, maart 2008