In 1960 landden de eerste DC-6 op Zestienhoven, de KLM met de PH-DFI. In 1961 volgde Braathens SAFE met de DC-6B LN-SUI. De derde DC-6 welke Rotterdam bezocht was een hele fraaie, een DC-6B van de Amerikaanse maatschappij President Airlines
N90773 Douglas DC-6B President Airlines, dit toestel zou in september 1961 verongelukken (foto MAP)
President Airlines werd in 1960 opgericht als een van de vele kleinere luchtvaartmaatschappijen welke startte met een van de op de tweedehands markt beschikbare DC-4'en. Het eerste toestel was een Douglas C-54B skymaster c/n 10541 welke gevlogen had in Chili als CC-CAK en als N7941C door de Universal Trading Company werd aangekocht. Op 26 augustus 1960 werd dit toestel verhuurd aan President Airlines waarbij de luchtvaart activiteiten werden gestart. De DC-4 kon in de charteruitvoering 86 passagiers meenemen en gemikt werd op groepsreizen binnen de Verenigde Staten en Canada. Binnen twee maanden werd de vloot verdubbeld met het huren van een tweede DC-4, de N79000, van Global Aviation welk verhuur op 14 oktober 1960 inging. Er werd slechts voor korte tijd gebruik gemaakt van deze twee DC-4 Skymasters, daar President Airlines de kans kreeg met grotere toestellen (de DC-6B) de internationale markt te betreden.
Los Angelos Air Services (LAAS) had een contract voor het uitvoeren van MATS (Military Air Transport Services) charters tussen Noord-Amerika en Europa (Frankfurt/Rhein Main, Mildenhall) vaak met tussenstops op Shannon en /of Gatwick. In 1960 vloog LAAS met twee DC-6B's. Op 18 juli 1960 veranderde Los Angelos Air Services de naam in Trans International Airways. Beide DC-6'en werden in december 1960 verkocht, waarbij de N90773 (c/n 44048) verkocht werd aan President Airlines welke eveneens een deel van de MATS vluchten overnam. Het nieuw gevormde Trans International Airways kocht L-1049G Super Constellations aan voor de meer lucratievere MATS vluchten in de Pacific Ocean
Met de aanschaf van de DC-6B werden de beiden DC-4'en afgestoten. De eerste DC-4, N7941C, keerde al op 28 januari 1961 terug naar de verhuurder, kort daarop gevolgd door de N79000. Deze tweede DC-4 werd daarna verkocht als D-ADAM aan de Continentale Luftrederei.
In 1961 werd de vloot verder uitgebreid. Inmiddels was de maatschappij onder leiding gekomen van Glenn H.Taylor. In mei 1961 werd een tweede DC-6B aan de vloot toegevoegd, de N90771 DC-6B c/n 44056, aangekocht van de Twentieth Century Aircraft Corp, voor een bedrag van $ 525.000,- bij de FAA geregistreerd op 12/6/1961. Hierbij werd de afspraak gemaakt dat het toestel in termijnen betaald zou worden met een bedrag van rond de 20.000 dollar per maand.
Met de DC-6'en werden vooral vluchten voor MATS uitgevoerd waarbij de DC-6B's vaak startten in New York of McGuire AFB. Vandaar werd gevlogen naar Gander in Newfoundland een vlucht van 4,5 uur. Van Gander werd gevlogen naar Shannon in een vluchttijd van ongeveer 8 uur. Na het voorzien van nieuwe brandstof werd doorgevlogen naar de eindbestemming in 3 of 4 uur (Frankfurt. London of Parijs). Naast de twee DC-6'en werd de vloot verder uitgebreid met een DC-7 afkomstig van Northwest Airlines, aangekocht via Camaero Inc. Dit toestel, de N2281, een DC-7CF met c/n 45127 werd eveneens in juni 1961 in gebruik genomen en op 14 juni 1961 voor het eerste in Europa, op London-Gatwick, te zien was.
President Airlines haalde in midden 1961 de pers door de vertraging van een van de zessen van 5 dagen op Shannon. veroorzaakt door het achterblijven van betalingen van de brandstofrekeningen. Mr. Glenn Taylor schaarde dit onder de aanloop problemen en maakte de plannen bekend tot uitbreiding van de luchtvloot met de aanschaf van 20 toestellen met een waarde van $ 20 miljoen.
Op 10 september 1961 verongelukte de DC-6B N90773 tijdens het uitvoeren van een van de MATS vluchten. Deze DC-6B voerde een vlucht uit vanaf Dusseldorf naar Chicago met een tussenstop op Shannon in Ierland en Gander in Canada. Met 77 passagiers en 6 bemanningsleden werd volgetankt en vertrokken vanaf baan 24 op Shannon op weg naar Gander. het toestel kreeg toestemming om direct na vertrek een rechter bocht in te zetten. Het toestel maakte echter een linker bocht met een helling van 90 graden en stortte daarbij neer in de rivier. Hierbij kwamen alle inzittenden om het leven. De passagiers waren voornamelijk vrouwen en kinderen van US Army personeel, gelegen in West-Duitsland.
Een maand later, in oktober 1961, werd door Twentieth Century Aircraft de tweede DC-6B N90771 terug gevorderd door het achterblijven van betalingen. Als vervanger werd een tweede DC-7CF van Northwest aangeschaft, de N2283 c/n 45129, welke op 14 december 1961 in gebruik werd genomen.
Begin 1962 kwam de maatschappij verder in financiele problemen waarop de beide DC-7C's in februari resp. mei 1962 terug keerden naar Camaero Inc, welke beide toestellen daarna verkocht aan Paramount Airlines, een nieuwe maatschappij voortkomend uit Paul Mantz Air Services.
President Airlines probeerde daarna nog een aan nieuwe financiering voor een doorstart te komen. In Flight International van 12 april 1962 werden de plannen genoemd voor de aanschaf van 34 ex Pan Am en Nortwest Stratocruisers. Echter deze plannen gingen niet door en na een goed anderhalf jaar stopte ook deze maatschappij de activiteiten.
De enige opname van de President Airlines DC-6B N90771 op Rotterdam werd gemaakt door Nico Terlouw in 1961.
President Airlines op Rotterdam
Eenmaal bracht President Airlines een bezoek aan Rotterdam en wel met de DC-6B N90771 welke van juni tot in oktober 1961 bij de maatschappij in gebruik was. Het toestel kwam in juli (?) 1961 's nachts binnen. leeg vanuit Parijs. Op Rotterdam stapten Amerikaanse militairen met hun familie in, daarna werd 's morgens vroeg koers gezet naar Shannon als eerste stop op weg naar de eindbestemming Buffalo in de Verenigde Staten.
President Airlines vlootlijst
N2281 DC-7CF nog in de kleuren van President Airlines met Paramount Airlines opschriften. (archief Wim Zwakhals)
bronnen: Flight international. archieven Airnieuws
Wim Zwakhals, februari 2015