Transglobe

In 1965 veranderde Air Links de naam in het meer internationaal klinkende Transglobe en met financiele ondersteuning van de Bolton Steam Shipping Company werden twee Bristol B-175 Britannia's aangekocht van Canadian Pacific.

De Transglobe B-175 Britannia G-ANCC tijdens zijn enige bezoek aan Rotterdam                      (Nico Terlouw, Rotterdam, 22 april 1967)

Het eerste toestel Bristol B-175 Britannia 314 G-ATGD, ex CF-CZA werd. na een grondige onderhoudsbeurt bij Aviation Traders, op 30 juli 1965 vanaf Southend op Gatwick afgeleverd. Voorzien van een nieuw kleurenschema, groen band over de romp met groene staart en Transglobe in rode letters op de romp, uitgerust in een all-tourist klasse met 125 stoelen. Het toestel werd direct ingezet op de vakantievluchten vanaf London-Gatwick naar Rimini, Barcelona, Napels en Rome. Daarnaast werden vluchten uitgevoerd voor BUA en Caledonian naar bestemmingen als Bermuda, Bagdad en New York.

Op 12 december 1965 werd de tweede B-175 Britannia in gebruik genomen, de G-ATLE ex CF-CZC. Van januari tot en met maart 1966 werd de B-175 Britannia G-ATGD ingezet op de olie airlift tussen Dar-es-Salaam (Tanzania) en Lusaka (Zambia) na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Rhodesie. Hoewel de Britannia geen vrachtdeur en vrachtvloer had, werden er vaten met olie vervoerd. Transglobe werd in 1966 volop ingezet op de vakantievluchten naar het zuiden van Europa waarbij op 12 juli 1966 de vloot werd uitgebreid met de B-175 Britannia srs 302 G-ANCC afkomstig van Aeronavas de Mexico ex XA-MED. Gevlogen werd vanaf Gatwick en Manchester naar bestemmingen als Bazel, Geneve, Lissabon, Rome, Palma, Rhodos en Tenerife. Daarnaast werden de toestellen ingezet op vluchten van Trek Airways (Luxemburg - Johannesburg) en African Safari Airways. Dat jaar werd gestart met de eerste trans Atlantische charters met een serie vluchten vanaf London-Gatwick via Gander naar Toronto.

Om de lange afstand vluchten verder uit te breiden tekende Transglobe in september 1966 een overeenkomst met Flying Tiger Line over de huur/aankoop van twee Canadair CL-44's voor levering in mei 1967. Echter de Amerikaanse CAB (Civil Aeronautics Board) gaf geen toestemming voor deze verkoop waardoor Transglobe genoodzaakt werd om een vierde Bristol B.175 Britannia te huren en wel de G-ANCH van British Aircraft Corp. en wel voor de periode 16 december 1966 tot 14 oktober 1967. Zo werden vier B.175 Britannias ingezet voor het werk in 1967, wat weer bestond uit de vakantievluchten naar het zuiden van Europa en trans Atlantische vluchten op Toronto, Montreal, Ottowa, Vancouver en New York. Hierbij werden tussenstops gemaakt op Gander of Sondre Stromfjord.

In 1967 werd de huurkoop overeenkomst gesloten met Seaboard World over de aanschaf van zes CL-44's in voorjaar 1968. Vijf hiervan waren is passagiers/vracht uitvoering en een compleet als vrachtkist. Voordat de toestellen aan Transglobe werden afgeleverd werden de CL-44's op Halifax ingericht in een 165/170 zits uitvoering, waarbij de bagagerekken tegen de wand konden worden geklapt bij inzet als vrachtkist. Als eerste werd de Canadair CL-44D G-AWDK ex N125SW op 4 april 1968 afgeleverd. Het was de eerste CL-44 in het Britse register, dus eerst volgden het bereiken van het certificaat van luchtwaardigheid, waarna de opleiding van de bemanning kon beginnen. Met de introductie van de CL-44 werd het kleurenschema van Transglobe aangepast met een nieuw embleem in de staart en grotere letters op de romp. De tweede Canadair CL-44 G-AWGS (ex N127SW) volgde al snel op 24 april . De derde CL-44 G-AWGT (ex N123SW) werd daarna op 29 mei 1968 in dienst genomen. De drie CL-44's werden daarop vooral ingezet op de trans Aatlantische vluchten. Daarnaast werden de drie B-175 Britannia's (G-ANCC, G-ATGD en G-ATLE) ingezet binnen Europa en Afrika (inzet voor Trek Airways).

G-AWGT Canadair CL-44D Transglobe in landing op London-Gatwick

Echter op de trans Atlantische vluchten begon Transglobe de concurrentie te voelen van de chartermaatschappijen welke de Boeing 707's begonnen in te zetten. De vluchten met de CL-44's liepen door tot 1 september 1968 met vluchten vanaf London-Gatwick, Belfast, Manchester en Prestwick naar Toronto, Montreal, Niagara, Boston en New York. De Bristol Britannia's waren voor Transglobe goedkoop in aanschaf . de CL-44's werden aangeschaft in huurkoop en om dit geld buiten het seizoen op te brengen werden de toestellen per 1 september verhuurd aan TMA of Lebanon. De G-AWDK per 19 september, gevolgd door G-AWGS per 4 oktober en de G-AWGT per 16 november. Hierbij werd de CL-44 G-AWDK van een volledig TMA kleurenschema voorzien. De G-AWGS en "GT werden voor kortere tijd gehuurd.

Vrij onverwacht werd op 28 november 1968 bekend gemaakt dat Transglobe alle activiteiten had gestaakt. Het verlies van 2 miljoen pond werd niet gedekt door de aandeelhouders, zodat per direct 48 piloten en 300 medewerkers zonder werk zaten. B-175 Britannia G-ANCC maakte de laatste vlucht voor Transglobe op 25 november (Tenerife-Gatwick), stond daarna in opslag op Gatwick en werd op 16 maart 1970 overgevlogen naar Biggin Hill waar het toestel door IAS gesloopt werd voor onderdelen. Britannia G-ATGD vloog Amsterdam- Gatwick voor het laatst op 24 november en werd drie kwart jaar later, op 17 september 1969 door African Safari Airways in dienst genomen als de 5X-UVT. De derde Britannia G-ATLE vloog voor het laatst op 13 oktober 1968 en werd uiteindelijk in 1970 op Gatwick overgedragen aan de plaatselijke brandweer. Met het plotseling stoppen van de maatschappij werden de CL-44's G-AWDK, G-AWGT en G-AWGS op 29 november 1968 op Gatwick geparkeerd, daarop in januari 1970 naar Stansted gevlogen om in maart 1970 in dienst te worden genomen door de opvolger van Transglobe, Tradewinds.

G-AWGS Canadair CL-44D Transglobe                                                                                          (archief Wim Zwakhals, London-Gatwick, 1968)

Transglobe op Rotterdam

G-ATGD Bristol B-175 Britannia Transglobe                                                                                          (Nico Terlouw, Rotterdam, maart 1968)

Het eerste bezoek van Transglobe aan Rotterdam was op 22 april 1967 waarbij B-175 Britannia G-ANCC eenmalig werd ingezet op een bollencharter, 10.53 uur binnen vanuit Gatwick, terugvlucht vertrek om 19.36 uur. Pas een jaar later, 1968 zouden de B-175 Britannia's van Transglobe meer te zien zijn. Het was op 11 februari 1968 de B-175 Britannia G-ATGD welke op 07.40 uur vanuit Melbourne (met reeks tussenstops) aankwam om om 12.15 uur leeg naar Gatwick te vertrekken. In maart 1968 kreeg Transglobe de opdracht voor het vervoer van tomaten vanaf de Canarische Eilanden naar Rotterdam. Deze opdracht werd vanuit Zweden gegeven door Astea NV waarbij gevlogen werd voor een grote supermarkt keten. De Canarische Eilanden waren op dat moment in de winter de grote tomatenkweker. Door de tomaten door de lucht naar Rotterdam te laten vervoeren en daarna per vrachtwagen naar Zweden te brengen, konden de tomaten veel verser in de winkels aangeboden worden dan transport per schip wat voor de Zweden gebruikelijk was en waarbij een deel van de lading door bederf verloren ging. Op 17 maart 1968 werd een proefvlucht gevlogen met de van British Eagle gehuurde Britannia G-AOVT. Op 25 maart kwam de eerste Transglobe Britannia G-ATGD aan vanuit Tenerife, bleef tot 27 maart staan om daarna weer naar Tenerife te vertrekken. Daarna kwam de luchtbrug op gang met bijna dagelijkse bezoeken tot en met 23 april met in totaal 13 vluchten. Per vlucht werden 17 ton tomaten vervoerd. Daarnaast werd in april en mei Transglobe in het weekend ingezet bij de bollenvluchten , zes retourvluchten vanuit Gatwick werden gevlogen door de B-175 G-ATGE. Het laatste bezoek van Transglobe aan Rotterdam was op 8 augustus 1968 met de B-175 Britannia G-ATGD. Leeg vanuit Gatwickwerd hier geladen voor vertrek naar Cairo, als eerste stop op weg naar Hong Kong en Singapore.

Transglobe vlootlijst


bronnen: Propliner, archieven Airnieuws

Wim Zwakhals, oktober 2022