Zuid-Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen hebben we op Rotterdam niet veel gezien. In het midden van de jaren zeventig komen we op het overzicht van de maatschappijen die Rotterdam bezochten de namen tegen van Aero Uruquay en TAR (Transporte Aereo Rioplatense)
De Transporte Aereo Rioplatense CL-44-0 Yukon LV-JZB tijdens zijn bezoek aan Rotterdam (David Booster, 1 augustus 1975)
Transporte Aéreo Rioplatense (TAR) werd in december 1969 opgericht door Carlos F.Martinez Guerrero om vanaf Buenos-Aires vrachtvluchten uit te voeren. Het duurde echter nog tot april 1971 voordat met het vliegbedrijf gestart werd. Toen de noodzakelijke papieren in huis waren werd begin 1972 gestart met een Canadair CL-44D swing-tail waarvan er twee werden aangekocht.
Beide toestellen waren afkomstig van Airlift International, de N604SA c/n 33 en N605SA c/n 34. Airlift International, welke in die tijd veel vluchten voor de USAF uitvoerde, koos voor de Douglas DC-8F waardoor beide toestellen te koop werden aangeboden.
De beide swing-tail CL-44D's werden aangekocht via International Air Leases waarbij het eerste toestel, de N605SA, op 10 april 1971 werd afgeleverd als de LV-JTN. Het tweede toestel, de ex N604SA, werd bijna een jaar later op 1 mei 1972 afgeleverd als de LV-JZM.
Direct na aflevering van de eerste CL-44D werd gestart met koeien vluchten tussen Houston en Buenos-Aires. In december 1971 kreeg TAR van de Amerikaanse luchtvaartautoriteiten een vijfjarige toestemming voor het uitvoeren van vluchten vanuit Argentinië naar Houston en Miami via tussenlandingen in Uraguay, Paraguay, Chile, Bolivia, Ecuador, Venezuela en Panama.
De vloot werd daarop versterkt met een derde CL-44, een CL-44-6 Yukon afkomstig van de Royal Canadian Air Force c/n 8 ex 106928. Dit toestel werd op 1 januari 1972 onder de ferry registratie LV-PRX naar Buenos-Aires gevlogen waar het diezelfde dag werd ingeschreven als de LV-JZB.
TAR vloog wereldwijd charters met vooral vluchten vanuit Argentinië op Houston en Miami en op Europa naar Zwitserland en Italië.
In 1974 werd de aanschaf van een vracht DC-8 overwogen, echter deze plannen gingen niet door, De CL-44 LV-JZB werd door de jaren regelmatig verhuurd aan andere maatschappijen gevestigd op Buenos-Aires, Ezeiza Airport zoals AER (Aerotransport Entre Rios) welke eveneens op bestemmingen in de VS vloog. De vluchten op Europa kregen een regulier karakter met de start van een lijndienst tussen Bazel en Buenos-Aires op 16 september 1976 welke een keer per 14 dagen gevlogen werd.
In 1978 werd de vloot uitgebreid met de aanschaf van de Boeing B.707-321C G-BEAF (c/n 18591) van Dan-Air London, een vrachtkist welke door Dan-Air aan IAS Cargo verhuurd werd en na beëindiging van deze huur te koop werd aangeboden. Het toestel werd aangekocht via Interamerica Exports en werd als LV-MSG op 10 juli 1978 vanaf Gatwick naar Bazel afgeleverd, waarna het een dag later door TAR in gebruik werd genomen. Met de komst van deze vracht Boeing werd de CL-44-0 LV-JZB uit dienst genomen en werd op 3 november 1978 verhuurd aan ALAS Cargo als de CX-BKD. In december 1979 werd een tweede B.707 in gebruik genomen. Aangekocht werd de B.707-338C G-BCAL van Caledonian Airways (c/n 19297). Het toestel werd aangekocht via Skyways Air International en op 14 december 1979 als de LV-MZE in dienst genomen.
Met de komst van de tweede B.707 werd nu de CL-44D LV-JZM in mei 1980 uit dienst genomen. Hier werd geen koper voor gevonden waarbij het toestel, zonder motoren, vele jaren op Buenos-Aires/ Ezeiza geparkeerd stond waarna het toestel pas in december 1991 werd gesloopt.
LV-JTN CL-44D Tranporte Aéreo Rioplatense tijdens zijn laatste bezoek aan Schiphol (Rob Jonker, Schiphol, 10 juli 1981)
Met de laatste Canadair CL-44D LV-JTN liep het minder goed af. Transporte Aéreo Rioplatense had goede banden met de hoge officieren binnen de Argentijnse strijdkrachten. Via deze weg werd TAR benaderd voor het uitvoeren van een aantal vluchten tussen Israel en Iran. Het waren wapen vluchten vanuit het Amerikaanse Oliver North programma om Iran te steunen in de strijd tegen Irak. Iran voerde een grondoorlog met tanks van amerikaanse makelarij, dezelfde tanks die Amerika ook aan Israel geleverd had. In totaal moesten 360 tankonderdelen en munitie vanuit Isreal naar Teheran overgevlogen worden. Voor deze geheime missie werd de Zwitserse wapenhandelaar Andrea Jenni ingeschakeld, welke de Schot Stuart Allen McCafferty inhuurde om de vluchten daadwerkelijk uit te voeren. Het betrof in totaal 15 vluchten waarbij de vracht in Tel Aviv werd opgehaald, waarna het vol beladen toestel naar Larnaca op Cyprus werd overgevlogen. Hier werd het militair materieel als hulpgoederen op de vrachtbrief gezet en overgevlogen naar Teheran.
Allen McCafferty charterde de CL-44D LV-JTN van TAR en vloog het toestel via Schiphol, waar het toestel op 10 juli 1981 leeg aankwam en door vloog naar Tel Aviv. De volgende dag werd gestart met het uitvoeren van de vluchten. Na de aflevering van de derde lading vloog het toestel op 18 juli 1981 leeg terug van Teheran naar Cyprus. Voor de vluchten werd een route gevlogen over Turkije, langs de grens van Armenië naar Iran en terug. Door een navigatie fout week de CL-44D enkele graden uit en kwam daarbij net over de grens in Russisch luchtruim terecht. De CL-44D werd daarbij onderschept door een Sukhoi Su-15 fighter. De fighter kreeg daarbij geen contact met de CL-44D, welke hun fout hadden ingezien en weer koers zetten naar de Turkse grens.
Echter de CL-44D kwam in botsing, of werd geramd door de Su-15 waarna beiden toestellen neerstorten. De drie bemanningsleden en McCafferty kwamen daarbij om het leven. De CL-44D kwam nog net in Armeens grondgebied terecht, enkele kilometers van de grens met Turkije. Tot op heden is dit incident nog niet opgelost omdat de Sovjets altijd hebben geweigerd de dozen met vlieggegevens aan de Argentijnen over te dragen.
Transporte Aéreo Rioplatense vloog daarna door met de beiden Boeings. De B.707-338C LV-MZE werd in 1983 voorzien van een nieuw kleurenschema en voorzien van de naam "San Jorge". Beiden toestellen werden in het midden van de jaren tachtig voorzien van hush-kits om aan de geluidseisen in Amerika te voldoen. Het waren vooral vluchten op de Verenigde Staten die werden uitgevoerd waarbij TAR nog maar zelden met de B-707's in Europa te zien was.
In 1989 stopte TAR met de activiteiten. De B.707-321C LV-MSG werd op Buenos-Aires buiten gebruik gesteld en de B.707-338C LV-MZE in mei 1989 op Miami.
LV-MZE B 707-338C in het nieuwe kleurenschema van TAR in juli 1988 op Miami
Tranporte Aéreo Rioplatense op Rotterdam
Slechts tweemaal bezocht deze Argentijnse vrachtmaatschappij de luchthaven van Rotterdam, Het was de Canadair CL-44-6 Yukon LV-JZB welke op 1 augustus 1975 leeg binnen kwam om een vlucht uit te voeren in opdracht van Trans Meridian Air Cargo (TMAC). Het betrof het vervoer van eieren naar Teheran, een vlucht uit een serie van vluchten gevlogen door de CL-44's van TMAC.
Het tweede bezoek van Transporte Aéreo Rioplatense vond plaats op 22 februari 1979 met de komst van de Boeing B.707-321C LV-MSG met een lading tomaten afkomstig vanuit Tenerife.
Het enige bezoek van de TAR Boeing 707 LV-MSG vond in de avonduren plaats. David Booster stond gereed om dit bezoek met de camera vast te leggen. (David Booster, Rotterdam, 22 februari 1979)
Transporte Aéreo Rioplatense vlootlijst
bronnen: Aviation Letter, archieven Airnieuws
Wim Zwakhals, mei 2013