In Engeland brak in 1956 een mond en kauwzeer epidimie uit. Deze zeer besmettelijke ziekte bij dieren kreeg men niet onder controle. In twee jaar tijd werden meer dan 30.000 dieren afgemaakt, jaarlijks waren er meer dan 100 uitbraken. Om de epidimie tegen te gaan werd transport van vee verboden, slachthuizen waar de ziekte werd geconstateerd werden gesloten. In het voorjaar van 1958 ontstond er een te kort aan vlees en dit werd opgelost door het instellen van een vleesluchtbrug.
Het tekort aan vlees werd opgelost door grootschalig vlees aan te voeren vanuit Zuid-Amerika. Twee schepen, een uit Argentinie de ander uit Uruquay, voerden het diepgevroren vlees aan boord naar Europa. Engelse havens wilde men door de ziekte niet aandoen, de schepen meerden af in de Merwehaven in Rotterdam. Door de Britse groothandel werd daarbij een transport naar Engeland georganiseerd.
Air Charter Bristol B.170 Mk.32 Super Freighter G-AOUU wordt met de hand geladen
Het vlees, stukken van rond de 65 kg, werd nu door de lucht vanaf Zestienhoven naar Southend vervoerd. Voor deze werkzaamheden werd Air Charter Ltd. ingehuurd. Air Charter welke onder de naam Channel Air Bridge al de lijndienst Southend- Rotterdam gestart was, maakte voor het transport gebruik van de Bristol B.170 Mk.32 Super Freighter welke vijf ton vlees kon vervoeren. Zes toestellen werden beschikbaar gesteld voor de luchtbrug, de G-ANVR, G-ANVS, G-ANVT, G-AOUU, G-AOUV en G-APAU waarbij alle vluchten in de avond en nacht werden uitgevoerd. Op 5 juni 1958 werd gestart met de luchtbrug waarbij in de avond en nacht zo'n 20 vluchten werden uitgevoerd. Enerzijds was de Bristol B.170 Super Freighter vloot alleen in de avonduren en nacht ter beschikking, anderzijds werden de vluchten 's avonds en 's nachts uitgevoerd om het bevroren vlees over te brengen. Op Zestienhoven werden vijf vliegtuigen gelijk beladen, het laden gebeurde met mankracht en voor deze luchtbrug werden veel studenten ingehuurd. Naarmate de zon in de vroege ochtend hoger begon te klimmen werd ook het vlees onhandelbaarder. De koude brokken werden vet en glibberig en de mannen hadden daarbij veel moeite om het vliegtuig snel te laden.
Op 7 juni waren 58 vluchten uitgevoerd en was de eerste 200 ton vlees vervoerd. Vanaf 9 juni werden ook meer vluchten overdag uitgevoerd. De Bristol Freighters van Air Charter of London konden het werk niet aan en Air-Despatch schakelde Trans-Avia Dusseldorf in om eveneens de tonnen vlees naar Southend te brengen. Trans-Avia Dusseldorf vloog met de DC-4 (10 ton lading) en Vickers Viking (4 ton lading). Echter voor het gebruik van de landingsbaan lag noch de gebruiksbeperking tot 20 ton. De Rijksluchtvaartdienst gaf direct verlof met een ontheffing voor de gebruikslimiet en zo kon de DC-4 met een gewicht van 19,6 ton worden ingezet. Trans-Avia Dusseldorf startte 's avonds op 10 juni met de inzet van de Vickers Viking D-BOBY welke met 4 ton bevroren vlees net voor middernacht op Southend landde. In de avond van 10 juni werd ook de TAD DC-4 D-ADAL ingezet. Naast de Viking D-BOBY vloog ook vanaf 11 juni de Viking D-BACU. Deze beide Vikings vlogen door tot de laatste vlucht van Viking D-BOBY op 15 juni. In deze dagen vlogen de beide Vikings circa 30 ton vlees naar Southend.
De D-BACU Vickers V.635 Viking van Trans-Avia Dusseldorf tijdens het nachtelijk laden
Naast Trans-Avia Dusseldorf werd er eveneens een beroep gedaan op Continental welke op dat moment Rotterdam als thuisbasis had. Continental had net een derde Vickers Viking aangekocht, de G-AHPE. Deze Viking werd na aflevering op Rotterdam op 10 juni gelijk ingezet om 's avonds 4 ton vlees naar Southend te brengen. Naast de G-AHPE werd de Viking G-AIKN ingezet, beiden tot het eind van de luchtbrug op 16 juni. In totaal werden daarbij 16 vluchten uitgevoerd met ca. 60 ton vlees.
Een andere Britse Vickers Viking gebruiker welke werd ingezet was Orion Airways. Op donderdag 12 juni voor het eerst, met Viking G-AHOS welk 2950 kg bevroren vlees naar Southend bracht. De volgende dag vloog Viking G-AHOS vier retourvluchten. Tussen de vakantievluchten door werd zaterdagnacht 14 juni nog een vlucht met de G-AHOS uitgevoerd waarna dit toestel tot maandag 16 juni werd ingezet. In totaal voerde Orion 13 vluchten uit en vervoerde daarbij 50 ton vlees.
Een tweede DC-4 gebruiker welke op de vleesluchtbrug werd ingezet was Independent Air Travel. Op donderdag 12 juni werd 's avonds de DC-4 G-APCW van Independent vanuit Blackbush overgevlogen naar Rotterdam om daarna met 8 ton vlees naar Southend te vertrekken. De volgende dag zou deze DC-4 nog drie rondtrips uitvoeren. Op 13 juni werden ook de Viking G-AIJE en G-AJCE van Independent op de luchtbrug ingezet, welke samen zeven keer het traject aflegden. De volgende dag, zaterdag 14 juni, waren de Independent toestellen nodig voor het uitvoeren van de passagierscharters. Echter op zondag 15 juni werd de Viking G-AHPR door Independent ingezet welke die dag zes keer heen en weer vloog, daarnaast de Viking G-AHPG welke die dag nog twee vluchten uitvoerde. Op de laatste dag van de luchtbrug, maandag 16 juni, werden door Independent ingezet de DC-4 G-APID en Vickers Vikings G-AHPG en G-AHPR. Independent vloog in totaal 29 vluchten met in totaal 125 ton vlees van Rotterdam naar Southend.
De Bristol Freighters van Air Charter waren, zoals de foto laat zien, het makkelijks te laden. Op de achtergrond het laden van de Independent DC-4 G-APCW en Independent Viking G-AJCE in de wacht. (Erik Dammers, Zestienhoven, 13 juni 1958)
Ook het op Southend gevestigde Tradair werd ingezet. In de avond van 14 juni vloog de Vickers Viking G-AJFS met een lading van 3959 kg vlees de eeerste vlucht naar Southend, nog diezelfde avond zou een tweede vlucht uitgevoerd worden. De vliegtijd voor het traject was voor een Vickers Viking was daarbij gemiddeld 69 minuten. De tweede Viking welke door Tradair werd ingezet, de G-AJFR, vloog zijn eerste vlucht in de vroege ochtend van 15 juni. Op deze dag werd beide Vikings ingezet waarbij Viking G-AJFS in de ochtend van 16 juni de laatste vlucht uitvoerde. In totaal werden 16 vluchten uitgevoerd waarbij 60 ton vlees werd vervoerd. De extra vluchten waren een aanslag op de bemanning. Na enkele dagen rust zou pas op 20 juni weer een Tradair Viking de lucht in gaan.
Ook Overseas had een bescheiden bijdrage in de luchtbrug. De Viking G-AHOU in de kleuren van Swiss Universal werd op 15 juni ingezet voor 3 nachtelijke vluchten.
Daarnaast nog twee vluchten met de Vickers Viking OO-EEN van Aviameer. Op zowel 12 als 13 juni werd met deze Viking een vlucht uitgevoerd met 4 ton vlees elk.
Twee Air Charter B-170 Super Freighters, een Independent en Continental Viking worden geladen voor de volgende vlucht. (Erik Dammers, Zestienhoven, juni 1958)
In 12 dagen werden 310 extra vluchten uitgevoerd waarbij in totaal 1,45 miljoen kg vlees werd vervoerd.
bron: archief Airnieuws, Propliner, tijdschrift de Spiegel
Wim Zwakhals, mei 2021