Demo IPTN 1997
Vliegtuig fabrikanten koppelen vaak een bezoek aan de Parijse Luchtvaartshow aan een demonstratietoer na de show. Zo kwam in juni 1997 IPTN (Industri Pesawat Terbang Nusantara) ofwel Nusantara Aircraft Industries op Rotterdam langs om hun nieuwe huidige en toekomstige productiemodellen, de N-250 en CN-235MPA te promoten.
PK-XNG het prototype van de IPTN N-250 tijdens zijn demo vluchten op Rotterdam. (Wim Zwakhals, Rotterdam 27 juni 1997)
Onder president Soeharto had Indonesie, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, de wens tot de toonaangevende industrielanden te behoren. Soeharto vroeg daartoe professor B. Habibie terug te keren naar zijn land. Prof. Habibie werkte als vliegtuigontwerper onder andere bij MBB (Messerschmitt Bolkow Blohm) en Airbus. In Indonesie wordt hij minister van Wetenschap en Technologie en krijgt de taak een volwaardige Indonesische luchtvaartindustrie op te bouwen, gesteund op overdracht van buitenlandse technologie.
Habibie vormt het bestaande luchtvaartbedrijf Nurtanio Aircraft Industries met 500 werknemers om tot een moderne industrie. Met spanje wordt onderhandeld over de licentie bouw van de Casa 212 welke in licentie gebouwd wordt als NC-212. In 1986 wordt Nurtanio omgevormd tot IPTN /Nusantara Aircraft Industries Ltd. en worden met buitenlandse vliegtuigbouwers afspraken gemaakt over verdere licentiebouw. Vanaf 1989 worden een aantal helikopters zoals de AS.332 en Bo.105 gebouwd. Bij deze fabrieken in Bandung werken op dat moment meer dan 10.000 mensen welke onder leiding van westerse technici het ontwerpen en bouwen van vliegtuigen bijgebracht krijgen. Het belangrijkste samenwerkingsverdrag daarbij waren de verdere afspraken met CASA (Construcciones Aeronauticas SA) voor het ontwerpen en de bouw van de CN.235. Dit ontwerp werd gestart in 1980 welk leidde tot een eerste vlucht van het eerste prototype op 11 november 1983 en de eerste vlucht van het eerste seriemodel op 19 augustus 1986. De productie van de CN.235 vond daarbij plaats zowel bij CASA in Spanje als bij IPTN in Indonesie. De productie bij IPTN startte met een bestelling van 6 stuks voor de Indonesische Luchtmacht, na deze bestelling werd Merpati verplicht om 15 stuks van de CN.235 te kopen, dit gericht om de productielijn open te houden en de daarbij behorende kasstroom op gang te houden.
Vanuit deze opgebouwde kennis van het bouwen van vliegtuigen werd gestart met het eerste eigen vliegtuigontwerp, de IPTN N-250, de bouw van een regionale turboprop met plaats voor 50 passagiers. De letter "N" staat daarbij voor "Nurtanio Pringgoadisuryo" een van de eerste Indonesische vliegtuigbouwers. De N-250 moet in Indonesie de opvolger worden van de Fokker F-27's en Fokker 50's welke op dat moment in grote getallen door de Indonesische luchtvaart maatschappijen gebruikt worden. Het ontwerp werd voor het eerste aangekondigd op de Parijse Luchtvaartshow in 1989. Gekozen werd om bij het ontwerp lichte materialen te gebruiken zoals titanium en composiet. De romp werd afgeleid van de opbouw van de romp van de CN.235, echter wel breder en hoger. De vleugel, staartdeel en motor gondels waren van een geheel nieuw ontwerp. De vleugel werd ontworpen op STOL eigenschappen. De standaard avionics bestond uit een Rockwell Collins Pro.4 systeem. Het fly-by-wire systeem werd ontworpen door Lucas (later een onderdeel van Goodyear) en Liebherr.
In 1993 werd gestart met de bouw waarop op 10 november 1994 het eerste prototype (PK-XNG) de hangaar uit rolde. De eerste vlucht werd gemaakt op 10 augustus 1995. De N-250 werd voorzien van twee Allison AE.2100C turbomotoren (32oo pk) in combinatie met een zes bladige Dowty R384 propeller. De 50/54 zitter heeft een bereik van 1480 km, een ideale afstand voor de binnenlandse vluchten binnen de Indonesische archipel. Met een snelheid van 555 km/h is de N.250 op dat moment ook de snelste regionale prop ter wereld. Het tweede prototype (PK-XNK) moet de productieversie worden, wordt daarbij verlengd met 1.52 meter en aangeduid als de N.250-100. Het toestel biedt plaats aan 64/68 passagiers en maakte zijn eerste vlucht op 19 december 1996.
Binnen korte tijd werden meer dan 200 bestellingen en opties geplaatst door o.a.Merpati (5 stuks en 95 opties), Sempati (6 stuks en 10 opties), Bouraq (5 stuks en 60 opties), Gulfstream International (10 stuks) en FFV (24 opties). Echter de financiele crises in Azie betekende het einde van het project. Luchtvaartmaatschappijen konden bij hun banken geen geld meer lenen en ook de Indonesische Staat komt in financiele problemen. Wanneer Indonesie noodhulp aanvraagt bij het IMF is een van de voorwaarden van een lening van het IMF in januari 1998 dat het land onmiddellijk stopt met de financiering van een eigen luchtvaartindustrie. Binnen IPTN werd nog gezocht naar andere financieringsmogelijkheden om de 90 miljoen dollar te financieren die het programma nodig had om de certificering van de N.250 af te ronden, echter dit bleek niet mogelijk. De verdere ontwikkeling van de N-250 werd gestaakt, wel werd voortgegaan met de bouw van de NC-212 als de CN.235. In 2000 werd IPTN omgevormd en kreeg de nieuwe naam PT Dirgantara Indonesia.
In 2004 maakte de Indonesische regering weer een studie naar de mogelijkheden tot voortzetting van het N.250 project. Echter de markt voor een 60/70 zitter werd volledig ingenomen door de ATR-72 en de Bombardier Q400 en de nieuwe generatie jets als Bombardier CRJ700 en Embraer 170 in opmars. De beide prototypes van de N.250 PK-XNG en N.250-100 PK-XNK bestaan nog en staan opgslagen op Bandung.
Dirgantara bleef bestaan waarbij de focus kwam te liggen op de verdere licentiebouw van de NC-212 en de bouw van de CN.235, De transportversie van de CN.235 werd daarbij als nel verder ontwikkeld tot een patrouille vliegtuig. De technische constructie van de CN.235MP werd daarbij tussen Spanje en Indonesie gedeeld, echter beiden richten de versie naar eigen inzicht in. De in Spanje verder ontwikkelde CN.235MP Persuader wordt voorzien van een Northrop Grumman APS-504 radarsysteem. De Indonesische variant wordt uitgerust met een Seaspray 4000 systeem van BAe Systems met een An/APS-134 radar van Raytheon of the Ocean Master 100 van Thales.
AX-2314 IPTN CN.235MPA TNA-AU op Rotterdam. (Wim Zwakhals, Rotterdam , 27 jun i 1997)
IPTN op Rotterdam
De IPTN CN.235MPA AX-2314 van de TNI-AU kwam als eerste op Rotterdam aan. Dit toestel arriveerde op 25 juni 1997 komende uit Helsinki. De PK-XNG N.250 volgde twee dagen later en kwam op de 27e aan vanuit Berlijn - Tempelhof. Deze IPTN N.250 maakte die dag enkele demonstratievluchten voor de aanwezige vertegenwoordigers van Schreiner, TTA, VLM en ING Lease. Beide toestellen vertrokken een dag later naar Lahr.
Technische gegevens van de N.250
spanwijdte | 28,00 m |
lengte | 26,63 m |
hoogte | 8,78 m |
diameter romp | 2,90 m |
vleugel oppervlak | 65,00 m2 |
leeg gewicht | 13.665 kg |
max t/o gewicht | 22.000 kg |
kruissnelheid | 300 kts, 556 km/h |
plafond | 25.000 ft |
bereik | 800 nm |
Bron: Airnieuws archieven, Flight International
Wim Zwakhals, augustus 2014